Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Die ziener in het volle menschenleven moest wel aangetrokken worden door den Bijbel, dat boek, zoo vol gemoedsbeweging, zoo vol van veelsoortige levensuiting, zoo rijk van handeling. De grootste en meest verschillende kunstenaars hebben dit boek in beeld gebracht.
Misschien zijn er zelfs reeds menschen in onzen tijd, die aan hunne bloedverwanten en vrienden deze eigenaardigheden niet eens meer opmerken. Het is best mogelijk, dat de kunst van photographeeren ons gezichtsorgaan voor nauwkeurige waarneming van menschen en hunne levensuiting heeft afgestompt. Laten we naast Saskia nog eens nemen deze afbeelding van Titus, het zoontje van Rembrandt.
Bij haar wieg stond een krachtig volk aan het eind der eerste periode zijner wanhopige worsteling om vrijheid; geen moorddadige krijg meer, maar een geregelde oorlog; niet langer eene opgestane partij, maar een nieuwe vrije staat; de Staatsche vlag waaiend en het Prinselijk Wilhelmus klinkend over Oost en West; de geest van mannelijke kracht vervuld, de hoogste levensuiting in alles, in vrijheidsgevoel, in burgerlijk leven, in politiek, in reizen en handelsdaden; de voorbereiding tot een stoute vlucht in kennis en kunst.
Deze nieuwe groei in het sociale leven, dit plotseling en buitengewoon versterken van onze beste krachten in haar allereerste levensuiting niet met voldoening en bewondering gade te slaan, is alleen reeds een bewijs hoe blind wij zijn voor den waren menschelijken vooruitgang en hoe onverstandig wij zijn ons zoo te hebben gehecht aan ons buitensporig geslachts-kenmerk.
Maar die andere, die de oogen opent en het voorhoofd glad plooit, die alle levensuiting niet veroordeelen, maar adelen wil, die schoon, sterk, gezond is, het leven tot zijne bestemming wil opvoeren, en in alles dit hooger beginsel wil, DE GEEST ZWEVENDE BOVEN DEN CHAOS.
Ook vind ik 't groot jammer, dat Kloos zich heeft opgesloten in één byzondere levensuiting.... Dat hangt samen daarmee: dat ik behoefte heb gevoeld, mij te bewegen in allerlei richtingen.
Is aan dien tijd in het bijzonder een groote onevenredigheid eigen tusschen de verschillende gebieden en vormen van levensuiting? Was de levenssfeer, waaruit de zuivere en innige kunst der schilders sproot, een andere en betere dan die der vorsten, edelen en litteraten? Hooren zij bij geval met Ruusbroec, de Windesheimers en het volkslied in een vredigen limbus aan den rand van die bonte hel?
Pijnlijk volbrengt de mond deze eerste levensuiting, maar zonder bewustzijn, zonder besef. De wangen zijn mager en hoekig, de onderkaak scherp afgeteekend, de neus smal en ingevallen. Het oor zit maar nauwelijks nog aan het hoofd, zooals we dat bij zieken waarnemen, die langzaam wegteren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek