Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Soms voelde hij 't gehalte van die uren een tijdje lang stijgen en dan weer afnemen, minderen. Daar was aldoor actie en reactie in. Waren zijn avonden eenige dagen achtereen heel min geweest, gedachteloos omgebracht in koffiehuis-praatjes, en spelletjes, in een halven roes soms en quasi-gewichtig geklets, dan volgde er geregeld een periode van stomme moedeloosheid, landerigheid, katterigheid.

En toen André gewend was aan 't helle avondlicht en de warmte, en geproefd had 't lekkere sterk-heete uit zijn dampend glas, kreeg zijn stem in-eens den gewonen opgewekten klank, en in gewilde reactie tegen zijn landerigheid, die negeerend nu door frisch-nieuwe houding, begon hij zich op te winden, los-vroolijk te doen, een ruwe kwant die er goed van leeft.

Zij kwijnt weg in onze atmosfeer, bezwangerd met den walm van ontelbare schoorsteenen van mijnen en fabrieken, monotoon oplijnend tegen een valen gezichteinder boven de vormelooze huizengroepen der moderne fabrieksstad, waar een trieste nevel hangt van gewoontesleur en landerigheid. Wij worden zoo praktisch en verstandig, maar ons alledaagsch-bestaan wordt zoo eentonig en kleurloos en arm.

En hij gooide zijn jas uit en viel toen neer op zijn bed. Hij kwam heel laat op kantoor den volgenden morgen, katterig en moe, Edward sliep nog, en 't was een morgen, dof-smartelijk van landerigheid en hoofdpijn, opkroppen van misère, moe-zwak uitstellen van denken. De bedienden keken stil en gewoon-weg voor zich, maar hij wist dat ze ginnegapten achter zijn rug.

En dadelijk speet 't toen Bernard, dat hij daar niet aan gedacht had in zijn landerigheid, dat hij geen extra-dans gevraagd had aan Mimi. Snel liep hij op haar toe. Ze zat alleen op een sofa kalmpjes zich te bewuiven met haar zwart-kanten waaier. Ze was heel bleek, maar dat maakte haar mooier. Plaagziek, spottend glimlachte ze, toen ze Bernard aan zag komen.

Zij ging eens naar huis teruggekeerd, waar Fresco was, zitten, vol landerigheid en deed niets dan zuchten. Fresco vroeg haar: Ciesca, waarom zijt gij, terwijl het heden feest is, zoo spoedig naar huis terug gekeerd?

Juist waren wij gevorderd tot dat schrikkelijke stadium van landerigheid, waarin de mensch zóó verre al zijne aanspraken op den titel van redelijk wezen vergeet, dat hij aan het uitvaren slaat tegen de elementen toen mijn gastheer zich plotseling het bestaan herinnerde van een kabinet van oudheden in het stedeken zijner inwoning.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek