Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 juni 2025


Gedurende den daarop gevolgden oorlog met den Clevenaar, zond Adolf eene bende krijgslieden onder Otho van Weeren naar IJsselsteyn, waar men allengs weder was beginnen aan te bouwen, maar nog altoos zonder beschutting van muren lag. Het viel den Geldersman derhalven niet moeielijk de plaats te overrompelen.

Daar stond een dubbele rij krijgslieden opgesteld, gekleed in antilope-vellen, door lianen bijeengehouden, het hoofd versierd met den kop van den steenbok, door welker horens de heele troep wel wat op een kudde geleek. Raggi, de "kolonel", was getooid met een buffelkop, hij droeg pijl en boog, een bijl in zijn gordel.

Maar Aelbert gaf zich niet zoo dadelijk gewonnen. »'t Is een onmogelijkheid," riep hij uit. »'t Is altoos druk aan den IJkant, en de Overste is meestal in gezelschap van eenige krijgslieden, die maar niet goedschiks zullen toelaten, dat wij hun hoofdman tegen wil en dank meenemen. Bovendien is hij nooit ongewapend, zoodat het een hoogst gevaarlijke onderneming zou zijn." »Gevaarlijk!

Aan het vuur op den oever zag men nu enkel nog maar de hoofdmannen. Er moest dus de een of andere reden zijn, die de overige krijgslieden naar een andere plaats trok. Wat die reden was, zouden Frank en Droll zeer spoedig te weten komen. Er deden zich vreemdsoortige, klagende geluiden hooren. Een tijdlang hoorde men niets anders dan een solo-stem, waarop toen een koor volgde.

Het valluik werd met een zware ketting en een slot vastgemaakt. 's Nachts maakten de sterkste krijgslieden een soort van beun onder het luik, klommen er op, zetten hun schouders onder het luik en lichtten het met vereende krachten op. Dadelijk sprongen zij weg, en lieten zich in zee vallen.

Na den dood van mijne moeder en mijn broeder, zijn de braafsten van onze landen te zamen gekomen en hebben een verbond gesloten, Adelbond geheeten. Opdat ons geen leed wedervaren zoude, hebben zij mij en mijn jongsten broeder Adelhirt op de burgt gebracht, mij bij de maagden en mijn broeder bij de krijgslieden.

Waar zijn de fiere, indrukwekkende krijgslieden, met den vlammenden, doorborenden blik, met de vorstelijke, krijgshaftige houding, waarvan de vroegere reizigers in de turkmeensche woestijn met zooveel ophef spreken.

Van dien tijd af vinden wij de namen van Yoshitsune en Benkei steeds samen verbonden, en in al de verhalen van krijgslieden, hetzij in Japan, hetzij elders, was er nooit een dapperder en meer eensgezinde verbinding van kracht en vriendschap. Wij lezen, hoe talrijke overwinningen zij op de Taira behaalden, en hoe zij hen naar zee dreven, waar deze dan bij Dan-no-ura ontkwamen.

Duizenden lijken van de bloem van den Portugeeschen en Spaanschen adel, van hovelingen en priesters, van Spaansche soldaten en krijgslieden van Willem van Oranje, van Italiaansche, Fransche, Duitsche en andere gelukzoekers, van avonturiers uit alle oorden van Europa, die allen de vanen volgden van den dapperen doch ongelukkigen jeugdigen Sebastiaan, bedekten deze velden.

De Egyptenaren, en voornamelijk de priesters en krijgslieden, spuwen vuur en vlam, en zouden ons gaarne allen in eens verworgen. Om de laatste bekommert zich de koning niet veel, daar hij wel weet welke gewichtige diensten wij en welke zij hem bewijzen.

Woord Van De Dag

chamberlouc

Anderen Op Zoek