Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Ik was beschaamd voor den wal, want ieder kende de jol van de Jachthaven, dat begryp jelui wel. En als ik m'n hand aan den riem sloeg, werd ze kwaad, en wou me wegdringen. Gut, op vechten af! Waar ze-n-eigenlyk heen wou, begreep ik niet. Als ik 't vroeg, riep ze: "rücken, rücken!" Ja, dacht ik, ruuken, ruuken, dat geeft wat! 'n Mensch moet toch weten waar-i heen wil!
We sukkelden stroom-af meest gatje-voor! en naderden de Jachthaven. Goddank, dacht ik, straks kryg ik m'n dukaat, en de grap is uit. Maar jawèl! Op-eens houdt ze met wrikken op 't zweet liep haar by droppels van 't gezicht! en leî den riem op den doften. Toen wou ik 't ding grypen, omdat ik 'n eind aan de zaak maken wou. Maar dat verkoos ze-n-ook alweer niet.
Juist begon ik me te bezinnen om de policie te roepen, toen m'n dochter Geert kwam aanloopen, jelui Geertje-meu, weetje, die ook al dood is... Maar toen was ze-n-'n knappe jonge meid van zoowat achttien. En ze zei: Vader, laat 'r in òns huuske! Daar kan ze zich klaren. Hieraan had ik ook wel gedacht, maar ik was bang voor de Direktie van de Jachthaven.
Zy was zeker uit 'n land waar de menschen niet zoo zindelyk zyn als by ons, en daarom alle dagen te-water moeten gaan. Maar dat tot dááraan toe! De jol dreef tegen de jachthaven, en zy was er ook. Ik hielp haar op den steiger, en er stond veel volk te kyken. Dit beviel haar niet. Ze greep m'n pyjekker die in de jol lag, en sloeg zich 't ding om de schouders.
De oorzaak van m'n dwaling is niet moeielyk optegeven, maar 'n dwaling is het. Toen ik, 'n hoofdstuk of wat geleden, met juffrouw Laps langs den Amstel in de buurt van de Jachthaven pantoffelde, daagde de oudeheer voor m'n schryversoogen op. Nooit zag ik 'n grysaard met deftiger voorkomen. Op z'n eenigszins te dikken buik na, vertoonde hy 't model van 'n genueschen Doge ... uit 'n roman, namelyk. Van 'n sterk geïdealizeerden Marino Falliero ... op 'n schildery. En ieder groette zoo deemoedig, en ieder fluisterde zoo piepend: "dat is m'nheer Kopperlith!" dat ik al te oppervlakkige waarnemer op dat oogenblik men bedenke dat m'n aandacht werd afgeleid door 't kyken naar prinses Erika, die 'r lief uitzag in 's hemelsnaam, ik vergiste my, en dacht: die man woont zeker op de Keizersgracht! Waar
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek