United States or Papua New Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik zie althans geen reden, waarom men voordracht, zang en spel dan niet even goed tot de immaterieele goederen zou moeten rekenen, als geschriften, muzikale composities en werken van beeldende kunst. Het bovenstaande heeft echter betrekking op toestanden en verhoudingen, waarvan het niet eens volkomen zeker is of zij ooit zullen intreden en die in elk geval op dit oogenblik nog niet bestaan.

Met dit voorbeeld, dat een zeer eenvoudig geval betreft, hoop ik eenigermate te hebben doen zien, dat de vaststelling van het begrip van het immaterieele goed, dat voorwerp van het auteursrecht is, eene bijzondere wijze van behandeling vereischt en moeilijkheden meebrengt, die zich bij de bestudeering van de rechten op lichamelijke goederen niet voordoen.

De immaterieele goederen vormen slechts een uiterst kleine groep van rechtsobjecten in vergelijking met alles wat voorwerp is van eigendom, d. i. ongeveer de geheele stoffelijke wereld. Maar is dit nu een reden om de erkenning van het mijn en dijn op geestelijk gebied in beginsel van minder belang te achten?

In de eerste plaats het immaterieele goed als rechtsobject. Voor sommigen schijnt het eene onoverkomelijke moeilijkheid op te leveren, zich een recht te denken met een onlichamelijk goed tot object. Zeer beslist liet zich b.v.

In dit opzicht, n.l. wat de constructie betreft van het auteursrecht als een recht op het geestesproduct, heeft Kohler's Immaterialrecht-theorie de leer van den intellectueelen eigendom tot voorbeeld genomen; de eigenaardige en van die der overige rechtsobjecten op vele punten afwijkende hoedanigheden der immaterieele goederen leidden er echter toe, de erop gevestigde rechten als een afzonderlijke groep, niet onder, maar naast eigendom en de andere zakelijke rechten, te beschouwen en eerst hierdoor bleek het mogelijk een scherp omlijnd begrip van het auteursrecht vast te stellen.

Hegel, die ook in zijne Philosophie des Rechts het auteursrecht als een eigendomsrecht beschouwt, doet beter dan Fichte uitkomen, dat het immaterieele goed, om object van eigendom te zijn, niet als een geestes-eigenschap van den auteur, maar als iets dat buiten hem bestaat, moet worden gedacht.

Dit is het dus, wat op zijn minst aanwezig moet zijn, wil men eene uiting in woordtaal tot de auteursproducten rekenen. Doch hiermede is nog geene karakteriseering gegeven van het immaterieele goed, dat object van het auteursrecht is. Een geschrift is nog iets meer dan enkel een stuk taal.

Zooals die termen thans dikwijls worden gebruikt, zijn zij eerder geschikt om verwarring te brengen dan om mede te helpen tot eene juiste karakteriseering van het immaterieele object van het auteursrecht.

"Kenntnisse, Wissenschafte, Talente u. s. f. sind freilich dem freien Geiste eigen und ein Innerliches desselben, nicht ein Aeusserliches, aber ebenso sehr kann er ihnen durch die Aeusserung ein äusserliches Dasein geben und sie veräussern, wodurch sie unter die Bestimmung von Sachen gesetzt werden" . Deze gedachte wordt echter niet zoover uitgewerkt, dat men eene heldere voorstelling krijgt van het immaterieele object van den eigendom.

Anders is het gesteld met immaterieele goederen. De bescherming der auteurs berust op bijzondere wetten, die, behoudens enkele uitzonderingen, alleen op inlandsche werken toepasselijk zijn. Naast deze wetten wordt geen ander auteursrecht erkend tenzij dit bij tractaat zij bedongen.