Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
Nu eens vroeg zij den Delphiër naar den uitslag zijner inzameling ten behoeve van den Apollo-tempel; dan eens verlangde zij van den Sybariet te weten, hoe hem de gewrochten van haren kok bevielen, of wel zij luisterde naar Ibycus, die verhaalde, hoe Phrynichus van Athene de godsdienstige schouwspelen van Thespis van Icaria in het burgerlijke leven had ingevoerd, en met koren en sprekende personen geheele geschiedenissen uit den voortijd liet voorstellen .
Cresus had haar spoedig doorgrond, en joeg zijner lieveling een hoogen blos op de wangen, toen hij haar, met zijne min of meer bevende stem, het nieuwste lied van Anacreon, dat hij te Saïs van Ibycus geleerd had, ondeugend voorzong: "Men brandde 's meesters naam voorheen De heupen in van 't paard En aan den tulband kent elkeen Den Parther, trotsch van aard; Maar ik ontdek op 't eerst gezicht, Wie zich der min verpandt; Want ieder werd door 't minnewicht Een merk in 't hart geplant."
Amasis zat op een hoogen leunstoel aan het hoofd van de tafel, aan zijne linkerhand was Bartja, aan zijne rechter- de grijze Cresus geplaatst. Behalve deze en de vertrouwelingen van den Pharao, bevonden zich ook de ons bekende vrienden van Polycrates, Theodorus en Ibycus, alsook de nieuw benoemde overste der Helleensche lijfwacht Aristomachus, onder de gasten van den koning.
Ibycus, heb ik uw vriend, die met u aan de tafel van Polycrates smult, niet zeer juist te berde gebracht? Maar ik zeg u, dat, al maakt Anakreon betere verzen dan ik, uw onderdanige dienaar desniettemin zoo goed als de beste bedreven is in de kunst om er heerlijk van te leven.
Al de gasten stemden met Rhodopis in, Ibycus noemde haar een echte leerlinge van Pythagoras, en gaf zijne hooge ingenomenheid te kennen met den opgeruimden, feestelijken toon, die dezen avond in den ganschen kring had geheerscht. Ieder maakte zich nu tot vertrekken gereed.
Rhodopis zelve onderhield zich zeer belangstellend met twee Grieken van Samos, den alom beroemden bouwmeester, metaalgieter, beeldhouwer en goudsmid Theodorus en den jambendichter Ibycus van Rhegium , die voor eenige weken het hof van Polycrates verlaten hadden, ten einde Egypte te leeren kennen, en den koning geschenken van wege hun heer aan te bieden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek