United States or Guatemala ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Had blauwe horretjes als bijna al de andere huizen en achter een van die horretjes zaten, vaag en verwaasd als onder het blauwachtig water van een bokaal, twee oude en ouderwetsche vrouwegezichten, die mij strak, met onbehouwen nieuwsgierigheid, aanloerden.

Een zwak, grijsachtig licht schemerde nog van buiten door de horretjes en bij een der ramen zat de zwarte gestalte van een kleine vrouw, die dadelijk voor ons opstond. Mijn zuster, stelde de andere haar voor. Ik kon te nauwernood iets van haar gelaatstrekken onderscheiden. Ik merkte slechts dat zij kleiner en magerder was dan haar zuster.

Dit kleurgewemel daalde schuin omlaag van de eerste verdieping tot op het vloerkleed, dat tot ver over de straatsteenen lag uitgespreid; en vreemdsoortige voorwerpen trokken het oog. Een verguld zilveren suikerpot droeg een kroon van viooltjes, hangers van Alençonschen steen schitterden op een laagje mos, twee Chineesche horretjes stalden hun landschappen ten toon.

Het waren meestal nietige woninkjes met blauwe horretjes achter de kleine ruiten en 't scheen er uitgestorven, want er liep geen mensch over de straat. Hier en daar een gezicht achter die horretjes, als 't ware verwaasd onder het blauwachtig water van een bokaal, maar dat toch scherp nieuwsgierig loerde, als verbaasd en ontdaan over de ongehoorde verschijning van een vreemdeling in 't dorp.

Ik benijd hun overigens hun enge, benauwde kooien niet, waar zij bijna moeten stikken, terwijl wij hierboven op het dek zooveel versche lucht hebben als wij maar verlangen kunnen." "Nu! Versche lucht hebben de kajuitsheeren ook genoeg; want de raampjes zijn er uitgenomen en vervangen door gazen horretjes. Wie er het slechts aan toe zijn, zijn wij natuurlijk.

Zeker, meneer, zeker, daar, op den hoek, in Den Arend, heel goed. En zij wees het mij met de hand. Ik keerde mij nog eens om, dankend en groetend, en meteen viel ook mijn blik weer op de blauwe horretjes. Even zag ik er 't gezicht der tweede juffrouw, blijkbaar de zuster, die mij scherp beloerde, maar dadelijk in 't vage wegsmolt, als een visch die naar de diepte zinkt.