Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 mei 2025
Weland antwoordde den koning: "Kent gij Ladgud en Herwor niet, Lodwers rijke dochters, en Aalrune, die een kind van koning Kiar is? Ik had nog grootere schitterende schatten, toen ik met Alwijze zoo gelukkig was." 's Konings krijgslieden namen den gevangen Weland op en brachten hem naar het paleis van Nijdhod.
Herwor was de laatste, die heenging, en vóór zij ging fluisterde zij, rondom zich ziende in den voorhof: "Wie straks uit het bosch komt zal geen blijheid beleven." Vermoeid van de jacht keerden eindelijk de drie broeders uit het woud in hunne woning terug. Zij vonden alle zalen verlaten, zij liepen naar buiten, liepen naar binnen, overal zoekend liepen zij rond.
De derde echter was Aalrune, de dochter van Kiar, koning van Walland. Toen de drie broeders terugkwamen uit de bergen, en de vrouwen zagen, namen zij haar mede naar hunne woning. Egil koos Aalrune, en vleide zich aan haar blanken boezem neer; Slagfid nam de zwaanwitte Ladgud, en Herwor, de derde, omhelsde Weland. Zij bleven zeven winters lang bij elkaar.
Weldra vlamde er een vroolijk vuur in het dorre hout, dat de wind gedroogd had, en ging Weland berenvleesch braden. Nadat hij ervan gegeten had, legde hij zich neer op de huid van den beer, dien hij gedood had, en telde zijn ringen. Hij miste er een, en meenend, dat Herwor dien eraf had genomen, dacht hij, dat de jonge Alwijze was teruggekeerd.
Hij dacht hoe nu aan Nijdhods gordel het glanzende zwaard hing, waarvan hij de snede had geslepen zoo goed hij kon, dat hij gehard had met hamerende handen, en dat hem nu ontnomen was en nooit meer in zijn werkplaats zou worden gebracht. En hij dacht aan den roodgouden ring van zijn heerlijke Herwor, en die nu aan Bodwilds arm blonk.
Toen ging Egil naar het Oosten om Aalrune te zoeken, naar het Zuiden ging Slagfid om te zien of hij Ladgud ook vond. Maar Weland bleef in Wolvendal, eenzaam. In fijn-gesmeede sieraden vatte hij edelsteenen, reeg aan banden van boombast ringen van goud en wachtte, hopend, dat zijn blonde Herwor zou wederkeeren. Daar hoorde Nijdhod, de vorst van de Njaren, dat Weland eenzaam in Wolvendal was.
Zij droegen helmen op het hoofd en zochten of er ook ergens werd gevochten. Toen zij niets zagen, zetten zij zich aan het strand van Wolvenmeer neder, en sponnen er de kostbare draden van het lot. Hare zwanenkleeren lagen in de nabijheid, want zij waren Walkuren. Twee van haar waren dochters van koning Lodwer: de zwaanwitte Ladgud, en Herwor, de Alwijze.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek