United States or Norway ? Vote for the TOP Country of the Week !


Spoedig nadat de Giallar-brug was gepasseerd, bereikte de geest het IJzerbosch, waar enkel kale boomen met ijzeren bladeren stonden, en, als hij er door was, kwam hij aan de Hellepoort, waarnaast de vraatzuchtige, met bloed bevlekte hond Garm wacht hield, neergehurkt in een donker hol, dat bekend stond als de Gnipa-spelonk.

Hij besteeg zijn achtpootig ros Sleipnir en reed over de sidderende brug Bifröst en over den vervelenden weg die naar Giallar voert en den ingang van Niflheim, waar hij, door de Hellepoort en langs den hond Garm gaande, in Hel's donkere woning drong. Op rees der menschen heer met spoed, Zadelde fluks zijn ros als roet; Toen reed hij langs de steilte voort, Die voert tot Hela's somb're poort.

Een zadel snoerde hij op Sleipner's rug en reed naar de holen van den nevel. Uit de hellepoort kwam een hond gesprongen, de borst met bloed bevlekt, en gromde grimmig tegen den toovermachtigen God. Doch Wodan reed verder, dat de wegen ervan dreunden, reed naar het hooge huis van Hella heen. Hij reed tot aan den ingang aan de oostelijke zijde, waar het woest is als de winter.

Niet afgeschrikt door dezen slagboom, steeg Hermod af op het gladde ijs, en de riemen van zijn zadel vaster makende, steeg hij weer op, bedolf zijn sporen diep in de zachte zijden van Sleipnir en dwong hem tot een verbazenden sprong, die hem behouden aan den anderen kant van de Hellepoort bracht.

Het ijzer valt, hij staat rechtop gericht, en als een gloed-fontein met duizend kleuren maakt zijn geroep den veegen heemel licht en doet de vlam zijns woords den scheemer scheuren, 't verworpen volk blijft stil en geeft geen teeken, maar d'englen aan de hellepoort verbleeken.

De geweldige hond Garm, die ineengekrompen zit in het Gnipahol en de wacht houdt aan de Hellepoort, is als het driehoofdig monster Cerberus; en de negen werelden van Niflheim zijn niet ongelijk aan de verdeeling van Hades, terwijl Nastrond geheel analoog is aan den Tartarus, waar de boozen werden gestraft met een gelijke gestrengheid.

Minachting, vrees, zelf-liefde of zelf-versmading Stonden op 't menschenhoofd niet meer geschreven, Als op de hellepoort: "Laat alle hoop Varen, gij die hier intreedt." Geen boog zijn mond in lijnen die de waarheid Verstrikten en den leugen die zijn tong Niet wilde spreken door een glimlach uitten.

De taak van de sledeleiders is weer uiterst moeilijk om de vele spleten; maar ondanks de terreinbezwaren komt de karavaan toch aan het punt, dat we de Hellepoort hebben genoemd. Een door Bjaaland genomen photografie laat zien, hoe gevaarlijk dat punt is. Op den voorgrond verheft zich een sneeuwtop langs een breede, half gevulde spleet.

Komt, komt, komt! Uit den wijden hellepoort stoomen we omhoog, Wij bezwaren de vlagen van de lucht, Maar ons doen is vergeefsch totdat gij tot ons vlucht! Zuster, 'k hoor 't donderen van nieuwe vlerken. Dees vaste bergen trillen van 't geluid Gelijk de sidderende lucht: hun schaduwen Doen 't zwarter zijn dan nacht tusschen mijn veedren.