Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juli 2025
Terstont na dit gespreek soo stortse duysent tranen, Die met een stage veur* haer teere wangen banen*. 250 Constançe troost de maeght, en geeft haer goede moet, En stremt, door soet gespreck, haer gullen* tranenvloet.
De ridder onderdies ontstelt* door heete voncken, Heeft op dien eygen stont het soet vergif gedroncken; 490 En daerom als hy wist wie dat Maiombe was, Soo is hy nevens haer gesegen* in het gras: Soo is hy met het wijf in veelderhande reden, En met Constançe selfs in langh gespreck getreden; Ten lesten berst hy uyt: V schoonheyt, geestigh dier, 495 Verweckt in mijn gemoet een wonder selsaem vier.
Het speet* de medeçijn, dat sy de rechte gronden Van dese maeghde-quael had kunstigh ondervonden*; Te meer, vermits hy weet dat oock de klouckste* man Dit uyt geen herte-slagh of ader voelen kan. 260 Maer als hy in gespreck met haer began te treden, Doen gingh Constançe ront*, en gaf hem dese reden: Een maeght van achtien jaer, af-keerigh van genucht*, Die veeltijts sonder slaep geheele nachten sucht, Die, als men slechts begint van vrijers yet te spreken, 265 Verandert in gebaer*, en laet haer woorden steken, Die staegh wil eensaem zijn, en nimmer uyt en gaet, En, schoon al isse jongh, het soet geselschap haet, Die geel en deerlick* siet, en leeft als sonder eten, Wat soo een vrijster schort dat heb ick wel te weten; 270 Ick segge, dat geen salf haer oyt genesen kan, Maer dat haer stil* gebreck vereyst een rustigh* man.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek