Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
Is echter dit derde pad naar een schooner leven: het ontvlieden van de harde werkelijkheid in een schoonen schijn, enkel een zaak van litteraire cultuur? Stellig is het meer dan dat. Het raakt den vorm en den inhoud van het gemeenschapsleven zelf even goed als de beide andere strevens, en dat des te sterker, naarmate de beschaving primitiever is.
Als derde hulpmiddel voor de bevordering van 't gemeenschapsleven met den Heere, noemde ik de contemplatie of de innerlijke geestelijke aanschouwing. Wanneer een onzer verwanten een ongeluk treft, bij een spoorwegongeval omkomt, of te water valt en verdrinkt, stellen wij ons telkens de ramp voor oogen.
Alle wereldlijke beeldende kunst, alle toegepaste kunst ontbreken bijna geheel: juist de vormen, waarin zich de samenhang van kunstvoortbrenging en gemeenschapsleven voortdurend openbaarde, zijn ons gebrekkig bekend.
Aan het verzekerd stoffelijk bestaan dat 't gemeenschapsleven bood, moest noodzakelijk het familieleven worden opgeofferd. De kloosters en het celibaat zijn dus volstrekt niet ontstaan uit godsdienstig idiotisme, maar eenvoudig uit den drang der economische omstandigheden.
Het moet wel een der allereerste vraagstukken geweest zijn, die zich voordeden toen de honingbij op het ontwikkelingsstadium van het gemeenschapsleven was gekomen. De ouden geloofden, dat al de uitwerpselen door de bijen in bijzondere cellen werden gedeponeerd, en van daar bij tusschenpoozen door de reinigingsafdeeling naar buiten gebracht.
Naar alle waarschijnlijkheid is de koningin-van-nu ongeveer het type van de moederbij van toen, vóórdat de afkoelende aardkorst een beschutte woning noodzakelijk maakte tegelijk het eerste begin van het op-elkaar-dringen tot behoud der wederzijdsche warmte, waaruit gaandeweg het hedendaagsch verwikkelde gemeenschapsleven groeide.
Stelling XL. Wat het gemeenschapsleven der menschen bevordert, of bewerkt dat de menschen eendrachtig samenleven, is nuttig; slecht daarentegen is wat tweedracht in den staat teweeg brengt. Bewijs. St. XXXV v.d. St. XXVI en XXVII v.d. H.t.b.w. Stelling XLI. Blijheid op zichzelf is niet slecht, doch goed; Droefheid daarentegen is reeds op zichzelf slecht. Bewijs. St. St. XXXVIII v.d. H.t.b.w.
Wij kunnen niet meer ontkennen, dat het gemeenschapsleven van de bij op een plan staat van hooge beschaving; dat het zich zoo gevormd heeft in den loop der eeuwen, door den drang der noodzakelijkheden; dat het ééne geslacht het andere volstrekt onderworpen heeft en streng beheerscht, en dat voor het voorrecht van die oppermacht het heerschende geslacht een vervaarlijken prijs heeft betaald.
Twee voorname factoren zijn het, die hun werking doen gevoelen op de zeden dier volken, bij wie geen hoogere beschaving haar verzachtenden invloed heeft doen gelden; ten eerste het milieu, de onmiddellijke omgeving, die door voorwaarden van stoffelijken aard een bepaald soort van arbeid bevordert, en ten tweede de godsdienst, de zedelijke factor, welke, zooals bekend is, een voornaam element vormt in de samenstelling van elk gemeenschapsleven.
Niettemin kunnen zij een eenzaam leven niet goed verdragen, zoodat den meesten de definitie, volgens welke de mensch een sociaal dier is, ten zeerste toelacht; en inderdaad is het een feit, dat uit het gemeenschapsleven der menschen veel meer vóórdeelen dan nadeelen voortvloeien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek