Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
Haddickenes doet met minen handen, Doen ickenne vercocht, soe waer hi doot. Ay! ic hebbe den anxt soe groet, Dat mi daer af sal comen toren, Want comet uut, ic ben verloren. Dat icken vercochte den Sarrasijn. De kersten coninc: Gaet henen, Robberecht neve mijn, Tot mijnder vrouwen der coninghinnen, Die ic ewelijc met herten moet minnen.
In den proloog immers herhaalt hij nog eens eene waarschuwing van vroeger: Dat minnen gaet vor alle ere; Want arem man heet emmer sot. En wie had de armoede trouwer en belangeloozer gediend, wie haar op kostelijker altaar geheven, dan juist "il Poverello"?
Soo haest u geestigh oogh, u soet en aardigh wesen 665 Koomt als een helle son in mijnen geest geresen, En dat ick sie den glans van u beleeft* gelaet, Dan isset sonder kracht al wat u tegen gaet.
Pompejanus het werk by de hand nemende, bevind dat 'et soo glad niet en gaet, maer gelijk het schijnt, datter oppositie valt. Derhalven vind Pompejanus sich verlegen, als siende dat sijne commissie niet verder en ley, als om te executeren, ende dat aen dit werk wat meerder vast was, als eene simpele en blote executie.
Terstont vrou Giomaer, met yver* aen-gesteken, 1265 Is uyt het stil* vertreck in aller ijl geweken, Sy gaet met grooten ernst* en uytermaten ras, En geeft haer na de zael daer Pretiose was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek