Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Voor elk ei, dat men klutst, neemt men zooveel meel als het wil aannemen, maakt het met eene vork zeer fijn, en laat het met een weinig zout en wat tot poeder gewreven saffraan, in kokende melk, onder gestadig roeren, gaar worden. Rijstsoep. De rijst wordt met koud water opgezet, en als dit tot koken toe heet is geworden, giet men het er af.
Deze worden niet geschrapt, maar dun geschild en aan reepjes gesneden; men fruit eenige uijen in de koekepan, roert daar een lepeltje meel door en het noodige zout, voegt het bij de wortelen en giet er een weinig kokend water op. Zoo laat men ze goed gaar koken, en schudt er bij het opdoen boter en gehakte pieterselie door. Winterwortelen met appelen.
Men zet de gebroeide rijst met kokend water, een steek boter, een stukje kaneel en wat zout te vuur, en laat die langzaam koken. Als zij bijna gaar is, voegt men er appelen bij, die ook half gaar gekookt zijn, met goed wat suiker, en laat het verder gaar worden. Men roert er op het laatst een glas witten wijn door en bestrooit den schotel met suiker.
Hiervoor neemt men 1 maatdeel rijst tegen 3 maatdeelen water. Laat de rijst half gaar koken en voegt er de goed gereinigde krenten bij. Op 2 gewichtsdeelen rijst 1 gewichtsdeel krenten. Rijst met krenten of roode bieten. Men wascht de kroten goed en zet ze met koud water op, en laat ze zoolang koken, totdat de huid loslaat.
Eindelijk toen de soep eenigen tijd gezoden had en de oogen vet zich boven het water begonnen te vertoonen, riep men algemeenlijk, dat het vleesch genoeg gekookt had. Waarschijnlijk zou het nog niet half gaar zijn; maar van den nood eene deugd gemaakt: indien het slechts van de warmte was doordrongen, zou het wel goed smaken.
Het eten was weer niet gaar, had hij gezegd en toen de tafel afgenomen werd, gaf hij Mietje een slag, omdat ze zoo'n leven met de borden maakte. Hij knorde op de duiven van zijn buurman, omdat die onder het vliegen zoo met de vleugels klapperden. Hij gromde op de honden, die langs de straat liepen te blaffen.
De melk wordt met de amandelen, de suiker en de kruiderijen langzaam gekookt. Intusschen wordt het eiwit tot een zeer stijf schuim geslagen en op een platten schotel, met een mes, glad en rond tot eene soort van berg gevormd, dien men daarna voorzigtig op de kokende melk schuift, en tusschenbeide zachtjes daarmede bedruipt, tot het schuim gaar is, waartoe slechts eenige minuten vereischt worden.
Als het deeg koud is, mengt men er nog drie eieren door met wat zout, roert alles nog eens goed door elkaar, steekt met een lepel, die telkens in heet water gedoopt is, knoedels af en doet ze tegelijk in kokend water, waarin wat zout is opgelost. Zoodra de knoedels naar boven komen, zijn zij gaar en moet de pot van het vuur genomen worden. Rijstknoedels.
Vervolgens legt men hem in versch kokend water, met ongeveer 6 uijen, 1 1/2 lood nagelen, 1 1/2 lood heele peper, benevens een bouquet garni, en zoo laat men hem nog een uur zachtjes koken, terwijl men het vet er zorgvuldig moet afscheppen. Het zout wordt er eerst dan bijgedaan, als de visch gaar is, en men laat hem nog een poosje in het nat liggen, nadat men hem heeft afgenomen.
Van een liter aardappelen fijngemaakt en 200 gram grof tarwemeel met 2 geklutste eieren, goed gekneed, zoodat het deeg niet meer aan de handen kleeft, maakt men ballen, met juist in het midden een van de gefruite dobbelsteentjes. Men kookt ze in kokend water in een kwartier gaar. Men kan ze opdienen met de meeste sausen uit Hoofdstuk V of met gestoofde gedroogde vruchten. Appelknoedels.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek