Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Het water wordt eerst gekookt, dan gezouten, en vervolgens doet men de visschen er in, die vlug koken moeten en wel goed gaar, maar toch niet week mogen worden; men kan de proef nemen met aan de vinnen te trekken, en als die gemakkelijk loslaten, zijn de visschen gaar; men laat ze nog eenige minuten, afgenomen, in het water staan, opdat zij des te beter het zout opnemen.
Na koolrapen volgens R. 197 te hebben gekookt, doet men ze op een vergiet; vervolgens doet men de geschilde aardappelen in het nat der koolrapen met boter en een weinig zout. De koolrapen stort men op de aardappels en laat vervolgens alles gaar stoven. Daarna worden de koolrapen en aardappelen goed door elkaar gestampt.
Schotelpastei van haas of gevogelte. Van een haas snijdt men het vleesch af en lardeert de stukken, vogels worden met de beenderen in stukken gehakt, beide gemarineerd volgens No. 5, en daarna bijna gaar gesmoord.
Geen zwepe en behoort er te zinken, geen snoer en genaakt er één haar: zoo stappen, hun' bellen al klinken, de vrome twee horsen, te gaâr. 2 Stooten. 3 Naaf. Hoe helder klinkt de klokkentaal ten torren uit: tot negenmaal herhaalt, herhaalt de klepel, op den rooden boord, zijn beêgeklop!
De melk wordt gekookt volgens No. 22 en de krenten er terstond ingedaan, maar de zuring moet afzonderlijk gesmolten en zeer fijngeroerd worden, waarna men ze goed mede laat doorkoken. Karnemelk met appelen en anijs. De appelen worden met het gekneusde anijszaad gaargekookt; dan giet men de volgens No. 22 met meel gemengde karnemelk er op en laat alles, onder gedurig roeren, gaar worden.
Men zet de peulen met zeer weinig kokend water op, laat ze daarmede zachtjes koken en doet er, als zij zacht worden, wat zout, boter en suiker bij, waarmede men ze nog een half uur laat doorstoven. In twee uren zijn zij gereed. Tuin- of groote boonen, ook wel roomsche of boerenboonen genoemd, moeten in kokend water worden opgezet, en daarin ongedekt koken, tot zij zinken; dan zijn zij gaar.
28. Snijboonen. De boonen worden viermaal afgehaald, gewasschen en fijn gesneden. Men kookt ze niet af, maar zet ze met bijna geen water op het vuur; als ze half gaar zijn, voegt men er de boter en het zout bij, benevens een weinig suiker, en laat ze langzaam doorstoven. Er zijn 2
Uiensoep II. Men snijdt uien aan stukken, zet ze met wat water en met wat boter op. Zijn de uien gaar, dan giet men er kokend water bij, vervolgens brokkelt men geel geroosterd brood in de soep en laat het te zamen koken, tot de soep goed gebonden is. Zout naar smaak.
Vervolgens spreidt men dit uit op het grootste deegblad, altijd een paar vingers in het rond vrij latende; dan legt men het kleinere blad er over heen, slaat het overstekende onderstuk er, bij wijze van sluitenden rand, omheen, en laat den koek, niet te langzaam, gaar bakken.
Men bedient zich hiertoe van eene blikken bus, waarin een tweede bus hangt, die half zoo hoog is als de buitenste, en waarvan de bodem met zeer fijne gaatjes is doorgeslagen. In de binnenste bus legt men de erwten, en de onderste ruimte vult men met warm water, waarna men ze, goed gesloten, koken laat, tot zij gaar zijn. Jonge wortelen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek