United States or Argentina ? Vote for the TOP Country of the Week !


Schotelpastei van haas of gevogelte. Van een haas snijdt men het vleesch af en lardeert de stukken, vogels worden met de beenderen in stukken gehakt, beide gemarineerd volgens No. 5, en daarna bijna gaar gesmoord.

Ingeval men verkiest om van een geheelen haas terstond hazenpeper te maken, moet hij natuurlijk vooraf worden gebraden. Ragout van konijnen. Het wild wordt goed afgehaald, vervolgens in stukken gesneden en zoo eenige dagen gemarineerd, zie D, No. 6.

In deze marinade blijft het zeer lang goed en wordt het lekker van smaak. Gemarineerd wildbraad gesmoord. Men legt het stuk in een pot met wat van de marinade en kruiden waarin het, volgens No. 1, gelegen heeft en een stuk boter. Zoo laat men het, goed toegedekt, gaar smoren, en roert, even vóór het opdoen, wat melk en gebruind meel in de saus. Ragout van herten- of rheevleesch.

Wanneer men er champignons in wil geven, moeten die eerst volgens A, No. 12 worden gereed gemaakt en dan eenige oogenblikken in den jus smoren. Gemarineerd rundvleesch. Op deze wijze braadt men zeer goed vleesch dat men bij boterhammen wil presenteren, en waartoe men bij voorkeur stukken zonder veel vet neemt, b. v. een zoogenaamde boeuf of muis.

Het deeg voor de korst mag voor deze pastei niet te vet zijn, en bij gebrek van visch om farci te maken, kan men geraspt brood, of gestampte beschuit tusschen de stukken paling strooijen. Zalmpastei, in een schotel. De mooten zalm worden eenige uren volgens No. 5 gemarineerd en in dat nat even warm gemaakt.