Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Slechts één onderwerp hield hem voortdurend bezig: de geschiedenis van den "edelen Duitscher" Götz von Berlichingen, die hij wilde dramatiseeren, gelijk hij als jongen sprookjes had gedramatiseerd voor het poppenspel. Götz' levensloop, zooals zijn kronyk die met droog-eerlijke woorden vermeldde, had zich in zijn phantasie vervlochten met voorvallen uit zijn eigen leven.
Reeds voordat de Werther zijn roem voor goed had gevestigd, zoodat hij omzwermd was van nieuwsgierige dames, die meer van Lotte wilden hooren, dan hij had noodig geacht mede te deelen, kwamen vele groote mannen naar Frankfort om den schrijver van Götz, van talrijke geniale, overmoedige, door vriend en vijand bewonderde recensies te leeren kennen.
Zoo Lessing, bezonken denker voor al, die door de middeleeuwsche gewelddadigheid van Götz in de war raakt en meent dat Goethe de darmen van een afgestorvene, met zand opgevuld, als koorden verkoopt. Van zijn jeugd af heeft hij neiging voor beeldende kunst. Hij oefent zich in etsen, boetseeren, schilderen. Maar zijn kleine succesjes troosten hem niet over zijn groote mislukking.
Zijn eerste groote werk: "Götz von Berlichingen met de ijzeren Hand", had hij toen in portefeuille. Het droeg tot motto: "Het ongeluk is geschied, het hart des volks is in het slijk vertreden en tot geen edele begeerte meer bekwaam". En in een brief aan Merck verklaarde hij dat hij met dit drama alle betweters, apen en pruikmakers uit hun tent hoopte te lokken, maar dat ze hem.... konden likken.
Een onbekende waarschuwt Götz, dat de boeren van plan zijn hem uit den weg te ruimen. Een afdeeling plunderaars door bondstroepen gevangen. Als Götz de boeren ter verantwoording roept voor hun woordbreuk, ontstaat ruzie, waarbij hij een van de belhamels een geweldigen klap geeft. In gevecht met bondstroepen wordt Götz gewond.
Hij trekt op de Nürnbergers af. Deze weigert zich over te geven en behandelt den parlementair onwelvoeglijk. 18. ~Keuken~. Vrouwe Elisabeth zegt haren heer dat het slecht staat met voedsel. 19. ~Zaal~. Georg en Lerse gieten kogels uit dakgoot en venstersponningen; Lerse beweegt den vijand, Götz en de zijnen vrijen aftocht toe te staan. 20. ~Eetzaal~. De verdedigers van Jaxthausen brengen een laatsten heildronk uit op keizer en Vrijheid! 21. ~Slot-plein~. Georg zadelt de paarden, zingt een deuntje. 22. ~Wapenzaal~. Twee knechten, die buksen halen voor den aftocht, zien uit venster, dat de vijand den vooruitrijdenden Götz verraderlijk overweldigt....
De levenssmart van zijn tijd zal Goethe nu zoo uitspreken, dat dit uitspreken zelf reeds de overwinning er van bevat. Ziehier de kiem van "Het lijden des jongen Werthers", die zich nu uit zijn ervaringsvoorraad gaat voeden. Evenals in den Götz wil hij hier iemands nagedachtenis redden.
Götz is een eerlijke vechtersbaas, die wel weet dat de wereld het land aan hem heeft, doch met zijn achterwerk naar de wereld gekeerd op de vensterbank plaats neemt, daar door een uiterst onwelvoeglijke verrichting doet blijken wat hij van de wereld denkt, en het voor 't overige laat aankomen op zijn beproefd zwaard.
Weislingen hoopt hem nu te vernietigen. 6. ~Nacht in 't woeste woud~. Zigeunerkamp. Elisabeth, beangst voor wreedheid van de overwinnaars, zendt Maria naar Weislingen, om voor Götz genade af te smeeken. 10. ~Weislingens slot~. Weislingen, reeds onder invloed van het gif, beeft voor den ter dood veroordeelden Berlichingen. Op Maria's smeekbeden verscheurt hij het vonnis.
Götz gelooft het niet, draagt Georg op zich te vermommen en te verspieden wat Weislingen op Bamberg uitvoert. 5. ~Bamberg~. Vergeefs tracht bisschop door listige verwijten Weislingen aan gelofte te onttrekken. 6. ~Adelheids vertrek~. Maar Adelheid brengt hem in verwarring en stoot hem terug als hij goed verliefd is. 7. ~Adelheids antichambre~. Weislingen besluit te blijven. 8. ~Spessart~. Georg brengt nu zoo stellige berichten van Weislingens afval, dat Götz hem moet gelooven. 9. ~Bamberg~. Adelheid heeft Weislingen in haar macht; brengt hem in den waan dat ze zijn vrouw zal worden, als hij den keizer tegen Götz weet op te zetten. 10. ~Boerenbruiloft~. De afpersingen die de Justitie den rechtzoekende doet ondergaan, versterken Götz in de meening, dat hij zich zelf recht mag verschaffen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek