Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
't Lichtte en bliksemde er weder geducht, want onderweg had hij bij toeval ontdekt, dat Fouché zich in den laatsten tijd door de tusschenkomst van den bankier Ouvrard en van den heer Labouchère te Amsterdam achter zijn rug had beziggehouden met onderhandelingen met Engeland, waaraan ook Louis niet geheel vreemd was gebleven.
Dat diezelfde Fouché echter nooit den moed zou hebben hem met geweld hiertoe te dwingen, wist hij; met de toebereidselen tot zijn vertrek maakte hij dus geen haast; generaal Becker, lid der Kamer was hem als Commissaris toegevoegd om toezicht op hem te houden.
In de nu volgende dagen scheen Bonaparte zeer beducht voor zijn leven en scheen de vrees voor een einde, als Hoche had gevonden, hem te kwellen. Vooral Barras, die, door Réal en Fouché gewaarschuwd voor 't geen er broeide, nog een poging tot samengaan had gedaan doch was afgewezen, scheen door hem te worden verdacht.
Om de straf echter niet te zwaar te maken, bevorderde hij den in ongenade gevallen hertog van Otranto, want deze verheffing had de oud-republikein zich indertijd toch laten welgevallen tot gouverneur der Romeinsche staten. Toen hem weldra bleek, dat Fouché nog meer op zijn kerfstok had, ontnam hij hem echter ook deze betrekking.
Wel trachtte Fouché hem tot andere gedachten te brengen, doch hij kon niet gelooven, dat de royalisten, dezelfde personen dus, die hij kort te voren met gunsten overladen had, hem thans naar het leven hadden gestaan; Fouché kon het bewijs niet leveren; dus moesten de daders worden gezocht bij de koningsmoorders, de Jacobijnen, die hij, Fouché, beweerde Bonaparte, uit vroegere relatie had ontzien en gespaard.
Dat de brief meer op een ukase dan op een dankbetuiging voor de teruggezonden krijgsgevangenen geleek, was hij met stilzwijgen voorbijgegaan; Fouché had hij zelfs bevolen beslag te leggen op een brochure van een Pool, getiteld: "Geen hechte duurzame vrede zonder Polens herstel." Niets had hij onbeproefd gelaten om Engeland te isoleeren.
Intusschen bleef de valbijl haar werk verrichten; den 11en November viel het hoofd van den edelen Bailly; den 15en ontving de Conventie van Fouché en Collot d'Herbois uit Lyon een brief, waarin zij pochten op de door hen gehouden strafoefeningen en een uit Rouen, meldende, dat de oud-minister Roland zelfmoord had gepleegd.
De buitenwereld had dit onderhoud reeds uitgesponnen tot een volledigen roman en zelfs reeds uitgemaakt, dat Murat dan den troon zou bestijgen. Denkende Napoleon hiermede genoegen te doen, had Fouché zelfs de onbeschaamdheid gehad Joséphine een echtscheiding aan te raden, nu de kans op moeder worden voor haar was verdwenen.
Terwijl het proces tegen deze samenzweerders in vollen gang was en men nog niet wist in hoever Fouché en zijn gewetenlooze agenten in deze zaak een rol hadden gespeeld, werd Bonaparte, zoowel misleid door verkeerde voorstellingen en door de inblazingen van zijn vleiers en enkele verdorven of blindelings gehoorzamende personen uit zijn omgeving, tot een daad gebracht, die ten eeuwige dage als een bloedvlek op zijn naam zal blijven kleven.
In Bonaparte's positie was dus opnieuw een groote wijziging gekomen, het oppergezag in den ruimsten zin des woords bezat hij reeds; van het republikeinsche beginsel was nog maar een schaduw overgebleven; nog niet in naam, wel feitelijk was hij reeds alleenheerscher. De eenige, die bij deze wijziging schade leed was Fouché.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek