Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Woeste horden was hij voorbijgegaan, in schier primitieven natuurstaat, alleen met een lijfdoek om de heupen of wel de eene helft van het lichaam met vermiljoen, het andere met krijt geverfd, gewapend met vuursteenpuntige of slechts in het vuur geharde lansen, het hoofd bedekt met een ongelooide paardehuid, de ooren steil omhoog, de manen langs den rug fladderend.
Fladderend vatten zij met den snavel den rand van een der blaadjes aan op de plaats, waar dit aan den algemeenen bladsteel gehecht is, en scheuren hiervan over de geheele lengte een strook af, door zich te laten vallen; op dezelfde wijze halen zij een tweede en een derde strookje enz., totdat er van het blaadje alleen de dunne middelnerf is overgebleven.
Deze bewoners der wildernis toch hadden blijkbaar nooit te voren een menschelijk wezen gezien en wisten nauwelijks of zij er bang voor moesten zijn of niet. De geheele natuur was klaar wakker en in beweging; lange zonnestralen schoten door het dichte loover en enkele kapellen verschenen fladderend op het tooneel.
Zijn vlucht is snel, gemakkelijk, volgens stijgende en dalende booglijnen, in kleinere ruimten fladderend en schommelend; hij vliegt evenwel slechts over korte afstanden, van struik tot struik; over dag vliegt hij nooit in het vrije veld. Dat hij ook zeer snel kan vliegen, blijkt, wanneer twee ijverzuchtige mannetjes elkander nazitten.
Daar neigden de hemden potsierlyk, En boden elkaêr hun manchet. Daar danste een pudiek chemisetje Met 'n onderbroek een menuet. Daar lonkte de slaapmuts van passie, En maakte haar pluimpje zoo mooi. En drukte aan het fladderend jabootje Heel sentimenteelig de plooi. De zakdoeken werden zoo dartel, En waagden zich boven hun stand, En reikten aan nuffige kraagjes Hun opengewerkten rand.
In 't eene oogenblik schijnt hij afgemat en verslapt, in 't volgende is hij als "door den duivel bezeten"; nu eens vlug zich wendend en keerend, dan weer spartelend en fladderend, alsof hij hulp behoeft, vertoont hij achtereenvolgens verschillende bewegingsvormen.
Als zij haast hebben, vliegen zij in groote booglijnen schielijk voort; bij 't zingen daarentegen stijgen zij fladderend loodrecht omhoog of verheffen zich volgens groote schroeflijnen naar 't zwerk, dalen van hieruit aanvankelijk langzaam zwevend naar beneden en storten ten slotte plotseling met geheel ingetrokken vleugels als een levenloos voorwerp op den bodem.
Het Vuurgoudhaantje wipt onophoudelijk van den eenen tak op den anderen en houdt zich slechts zelden gedurende korten tijd stil, gaat op de wijze van de Meezen onder aan een twijg hangen, blijft fladderend op dezelfde plaats om evenals de Boschzangers een Insect van een twijgspits af te zoeken en vliegt zonder inspanning en gedruisch van boom tot boom.
Immers aan deze wanschepsels uit de verbeelding der Ouden hebben wy hier te denken, en niet aan het fladderend hagedisje uit de tropische gewesten van Azië, dat trouens ook tot deze familie behoort. »De draak" en »De griffioen" kwamen oudtijds niet zelden als huisnamen en gevelteekens voor.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek