United States or Venezuela ? Vote for the TOP Country of the Week !


De binnenlanders, die met hun vogelhuiden en massooi naar Fakfak komen, loopen naakt, ten hoogste enkelen met een lap katoen, van voren afhangende van het vezelsnoer rond hun middel. Den dag voor onze aankomst was er juist een bende van veertig binnengebracht: als gijzelaars voor stamgenooten, die op een raaktocht waren gegaan en een aantal koppen gesneld hadden. De omweg over onschuldigen heen is de kortste, de eenige dikwijls om een Papoeaschen schuldige te bereiken. Het volk zelf gaat dien weg bij voorkeur. "Als wij den boom willen vellen, die naast ons huis staat, dan hakken wij er een om, een eindweegs verder in de rij. De vallende velt den naaste, tot de laatste dengene velt dien wij eigenlijk meenen." Nooit velt een Papoea den "eigenlijk gemeenden" man, die sterker is dan hijzelf. Neen! Hij kiest een derde, die te eenenmale vreemd is aan de vijandschap en haar oorzaak, doch sterk genoeg om die vijandschap uit te vechten, ware het zijn eigen zaak. Door de opzettelijke beleediging wordt de zaak nu tot de zijne gemaakt, en meteen hem uitgelegd, met wien hij ze uit moet vechten. Hij gaat heen en raakt den "eigenlijk gemeende." Zoo komt de zaak in orde. Het gebeurt wel dat de over-te-brengen beleediging hem zelven zóó treft, dat hij ze niet meer overbrengen k

Te Fakfak gaat zij met de prauw de zee in, en schiet met pijl en boog op de visch. De verkenningstroepen, die het binnenland achter de Humboldtsbaai in gingen, zagen in het Sentani-meer vrouwen naar visch duiken, als watervogels drijvend met de armen over een bamboe, dien ze loslieten als zij in de diepte een visch zagen.

In Fakfak zorgen zij zelfs voor den bouw van het huis: dak-dekken is daar vrouwenwerk. Als vanzelf spreekt is ook de verzorging van de kinderen haar taak; zooals de Papoea het uitdrukt: "Zij zijn er om voor onze kinderen te zorgen." En waar kleeren van boombast gedragen worden zijn zij het die den bast moeten weeken en dun kloppen.

De nieuwe manier, waarbij ouders in het binnenland bewogen worden, hun dochters voor een paar jaar naar Fakfak te laten gaan, als huisgenoot van een "goeroe" een inlandschen schoolonderwijzer, Ambonees of man uit de Minahassa meest , of anders als pleegkind in het gezin van een met het gouvernement bevriend hoofd, komt hun daarom niet als iets vreemds voor, niet als een Westersche nieuwigheid, die men wantrouwen moet.

Ondanks dit, breidde onze Regeering in 1880 haar gezag nog verder uit, ditmaal over de geheele Noordkust tot aan de Humboldtbaai. Wat de Oostelijke helft betreft, in 1885 verdeelden Duitschland en Engeland deze in ongeveer gelijke deelen. Na 1912 was de indeeling als volgt; Noord Nieuw-Guinee, met bestuurszetel Manokwari, ressorteerend onder Ternate. West Nieuw-Guinee, met hoofdplaats Fakfak.

Nu is van de straf de ballingschap afgenomen: koppensnellers doen hun dwangarbeid, werkende aan de wegen, die door hun eigen land worden aangelegd: te Fakfak, te Merauke, te Manokwarie. En nu gebeurt het gelukkige.

En zoo ontstond en staat voor zoolang de Parijsche mode het zal beschikken die Chineesche winkelwijk, die met de zee voor straat van 131° tot 141° Oosterlengte langs den evenaar loopt. De hoop is, dat daarlangs de beschaving binnen zal komen in Nieuw-Guinea. Fakfak

Fakfak is, in den korten tijd, sedert de vestiging van het Nederlandsch gezag verstreken, een centrum geworden van inlandschen handel: paradijsvogelhuiden komen hierheen uit het oostelijke binnenland, massooi, de sterk-geurende schors waaruit in Europa de basis gewonnen wordt voor allerlei reukwerk damar uit de bosschen, en schelpen uit de strandzee langs Kaimana.

Het eerste station op de reis naar Zuidwest Nieuw-Guinea is Kokas, een klein plaatsje aan de Zuidkust van de Maccluer Baai, spiksplinternieuw blinkend met twee groepen houten, met zink gedakte huisjes ter weerszij van een heuvel, die op de kruin het huis van den bestuursambtenaar draagt. Zuidwaarts kaap Fatagar om, en het Oosten in, gaat dan de vaart naar Fakfak.