Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Bij het verplanten, dat met het begin van den groeitijd moet gebeuren, schudt men al de oude aarde tusschen de dikke wortels weg, en snijdt de zieke wortels met een scherp mes af. Gedurende den rusttijd wordt weinig gegoten, ook behoeft men haar dan geen lichte plaats te geven. Bij het begin van den groeitijd zet men de planten voor het venster van een vertrek, dat op 60°-65° Fahr. verwarmd wordt.

Totdat kouder weer begint te heerschen, laat men hem buiten staan, waarop men hem in een vertrek met een temperatuur van 45°-50° Fahr. plaatst. Hij is een zeer schoone winterbloeier, waarvan men veel pleizier kan hebben. De voortkweeking geschiedt door middel van stekken. Dit is zeker wel een der meest geliefde planten.

Men kweekt deze planten in heideaarde, vermengd met wat klei- of graszodengrond, terwijl er, zooals bij de aarde voor alle Australische planten, een goede hoeveelheid scherpzand door moet gemengd worden. Des zomers moet men de Correa's buiten zetten, op een eenigszins beschutte plaats; des winters verlangen zij een licht vertrek met een gemiddelden warmtegraad van 45° Fahr. Cuphea.

Het te gebruiken gietwater moet een temperatuur van ongeveer 65° Fahr. hebben. De scheuten beginnen zich nu krachtig te ontwikkelen en spoedig worden de eerste bloemknoppen zichtbaar. Zoodra het laatste het geval is, kan men de planten eens per week gieren, ten einde den groei nog wat te bevorderen en zoodoende groote, volkomen gaaf ontwikkelde bloemen te verkrijgen.

De zoo behandelde Rozen zet men nu in een vertrek, waarvan de gemiddelde temperatuur niet meer dan 50° Fahr. bedraagt. Deze temperatuur mag niet hooger zijn, om te beletten dat de scheuten zich te snel ontwikkelen. Binnen veertien dagen toch mag dit niet geschieden.

Daalt de buitentemperatuur onder 35° Fahr., dan is het voorzichtig, het te sluiten. De planten, die in den kelder staan, veroorzaken weinig moeite; men heeft er slechts voor te zorgen, dat zij schoon blijven, dat er geen rotting in ontstaat en dat er zich geen muizen in nestelen.

Gewoonlijk sterven de gekochte planten na korteren tijd, ook al zijn zij nog zoo krachtig, af, wijl zij verkeerd behandeld worden. Hoewel de Cyclamen den geheelen winter bloeit, wil zij, evenmin als de Primula, warm staan; zij is geen plant voor de woonkamer en gewoonlijk is zij te breed om tusschen dubbele vensters geplaatst te worden. Ook vorst kan zij niet verdragen, zoodat de beste plaats, die men haar geven kan, een lichte plek op de vensterbank van een kamer met een gemiddelde temperatuur van 45°-55° Fahr. is. Op zulk een plaats gezet, zullen de bloemen zich na elkander ontwikkelen en niet zelden zullen er 20

Voor het verpotten, in het voorjaar, wordt zij flink ingesneden en des zomers op een eenigszins beschaduwde plek buiten gekweekt. Zij verdraagt niet de minste vorst, en moet daarom in een vorstvrij vertrek, met een temperatuur van 40°-45° Fahr. overwinteren. Indien zij haar bladeren niet afgeworpen heeft, moet men haar op een lichte standplaats zetten.

Des winters behoeft men haar geen hoogere temperatuur te geven dan, 45° Fahr., hoewel de Clivia's ook zeer goed voor het venster van een verwarmde kamer groeien. In elk geval is het voorzichtig de koud gehouden planten wat warmer te zetten, zoodra men bemerkt, dat zich tusschen de bladeren een jonge bloemsteng bevindt. Warm gehouden, bloeien deze planten vaak reeds tegen Kerstmis of Nieuwjaar.

De Coprosma is zeer dankbaar; zij stelt zich gedurende den winter tevreden met een temperatuur van 40°-50° Fahr.; zij groeit des zomers buiten in het bloemenrekje en laat zich zeer gemakkelijk door stekken voortkweeken.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek