Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


Hij bidt, en hij bidt, maar het berouw wil niet komen, en God blijft ver. Enok houdt vol, tot in een nacht van hevige verschrikking het berouw komt, en de genade. Enok voelt eene hand, die de zijne drukt; dat is de hand van den verlosser. Enok barst in tranen uit en komt tot rust.

Wat is de oorzaak, zoo vraagt hij. dat de strijd des geloofs, die zoo dikwijls de beste strijd genoemd wordt, Enok Haave tot een nederlaag voert? Garborg laat ons niet in onzekerheid. Indien er één ding is, waarop hij telkens terugkomt, dan is het dit. In zijne Knudaheibrev zegt hij o.a.

Wat naar zijn meening het ware Christendom is, leert hij behalve in tallooze uitspraken in een reeks kunstwerken, die op Fred volgen. Twee daarvan sluiten onmiddellijk bij Fred aan. Zij verhalen de geschiedenis van het volgend geslacht. Twee zoons van Enok Haave, Gunnar en zijn jongere broeder Paulus, strijden op hun beurt den strijd, dien hun vader niet tot een goed einde kon brengen.

Terwijl in vroegere werken altijd tot op zekere hoogte de gedachte het primaire is, en de personen dienen, om aan de gedachte uitdrukking te geven, is het hier de levende persoon, die de fantasie van den dichter gegrepen heeft, en dien hij volgt in zijne aanvechtingen tot in de razernij van den godsdienstwaanzin. Enok Haave heeft de bekeering reeds te lang uitgesteld.

Enok begint te twijfelen, niet aan Gods woord, maar aan Gods genade. Hij, Enok, is uit de genade gevallen, hij heeft de zonde tegen den Heiligen Geest bedreven. Hij is verdoemd. Och, kwam de duivel en voerde hem naar de hel; dan wist hij ten minste, dat het niet erger kon worden!

Het is het dagboek van Gunnar, den oudsten zoon van Enok Haave, die de wereld inging, om het leven te genieten, en nu, na zijn illusies verloren te hebben, oud vóór den tijd, aan zich zelf en aan de menschheid vertwijfelend, naar zijn geboorteplaats terugkeert, om eenzaam te sterven.

Enok doet een sprong, en zinkt in de diepte. Hij kwam niet meer boven. "De zuidenwind streek over het water met zijn zachte suizing. En het klotste en golfde, zacht en stil; klotste, golfde ... klotste, golfde...." Het Christendom van Enok Haave voert ten ondergang. Maar bij dit resultaat blijft Garborg niet staan.

Enok komt 's avonds thuis; allen zijn naar bed; hij is alleen, en toch niet alleen, want ginds in den hoek zijn twee mannen. Zij naderen hem en doen zoo wonderlijk; zij grijpen naar hem. Het beste is, dat hij tracht, buiten te komen. Voorzichtig sluipt hij de deur uit.

Overal loert hij in het verborgene, om ons te verleiden. Het is dus noodig, de hand van den verlosser vast te houden. Daarom ook geen wereldsche boeken. Wij hebben genoeg aan Gods woord. Maar Enok kan niet altijd op Tabor zijn. De spanning neemt soms af, en dan gevoelt hij zich van God verlaten. Daar komt bij, dat het zoo moeilijk is, de kinderen te leeren, hoe zalig het is, bij God te zijn.

De aanvallen van angst en twijfel nemen toe, in heviger mate, nadat Gunnar het huis heeft verlaten en Enok zich verwijt, dat hij hem de wereld en het verderf in heeft gezonden. En als Enok vernomen heeft, dat Gunnar zich met eene vrouw heeft ingelaten en nu naar Amerika vertrokken is, komt de catastrophe.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek