Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
De komst van ELEGAST wordt in den aanvang op eenvoudige maar doeltreffende wijze voorbereid door des konings overpeinzing over "ridders die op aventure" leven ; dan zien wij den nachtelijken rit bij maanlicht door het bosch, de ontmoeting met den dreigenden zwarten ridder, het tweegevecht, de overeenkomst der kampioenen, de inbraak in EGGHERIC'S kasteel en zoo gaat de dichter gestadig voort en weet ons te boeien en met zich te voeren zooals hij het ook ongetwijfeld meer dan zes eeuwen geleden zijn publiek zal hebben gedaan.
De degelijke en scherpzinnige onderzoekingen van den laatsten geleerde over dit onderwerp zijn gepubliceerd: Romania, XXI, 361 suivv. en XXXIV, 1 suivv. De zienswijze van SUCHIER in zijne Gesch. der Franz. Lit. , p. 45. Zie o.a. Karel ende Elegast, vs. 413 de "scaerde ende vlegghen" in de helmen. Zulke duels komen in de Oudfransche epische poëzie meermalen voor. Zie o.a.
Er is dus geen afdoende reden om reeds op grond van de bovenvermelde feiten de oorspronkelijkheid van ons gedicht onwaarschijnlijk te achten of te ontkennen . Doch er is meer: de namen ELEGAST, EGGHERIC VAN EGGERMONDE zijn Nederlandsche namen, waarvan de Fransche overlevering niet weet; ook is het tooneel van ons verhaal anders dan in de Fransche vermeldingen de landstreek rondom KAREL DE GROOTE'S geliefde verblijfplaats Ingelheim.
Op ELEGAST valt het meeste licht; blijkbaar heeft de dichter voor hem de sympathie die de "vogelvrije" te allen tijde gevonden heeft; ook beantwoordt hij aan het ideale type van den vogelvrijen roover: alleen den rijken ontneemt hij het hunne, bisschoppen, abten en kanunniken vooral zijn hem een welkome prooi.
Hiervoor hebben wij het vermoeden uitgesproken, dat wij in Doon de Mayence, Gwidekijn van Sassen en de Vlaamsche redactie van Aiol eer vrije bewerkingen van, uit Frankrijk afkomstige, epische stoffen te zien hebben dan vertalingen. Met meer recht mag men dit aannemen van Karel ende Elegast.
Ouderdom der Nederlandsche ridderpoëzie. In hoeverre indeeling naar de "matières" te onzent geoorloofd? Romans: Flovent, Roelants-lied, Willem van Oringen, Renout van Montalbaen, Geraert van Viane, Lorreinen, Aiol, Aubri de Borgengoen, Doon de Mayence, Gwidekijn van Sassen. Overige romans. Aesthetische waarde der bewerkingen. Karel en Elegast.
In den Karel en Elegast bewonderden wij eenvoudig en zuiver gevoel, sober en met naïeve kunst verwerkt. Het gedicht Van den Levene ons Heren, de poëzie van WILLEM VAN AFFLIGHEM, vooral die van HADEWIJCH, toonden ons innigheid van godsdienstig gevoel in bevallige vormen en de hooge vlucht der ziel op sterke wieken des geloofs.
Welke bevallige miniaturen zien wij in dat tooneeltje der beide gelieven aan weerszijden van het getraliede venster en later in den boomgaard! Hoe goed zijn ook de bouw en de evenredigheden dezer novelle, die door hare zachte bevalligheid de forscher schoonheid van den Karel en Elegast naar de kroon steekt.
Zooals de brave ELEGAST vroeger tegen den schelmschen EGGHERIC VAN EGGHERMONDE! De dichter die ons met blijkbaar welgevallen de onbeschaamd-dartele boerde Van den tanden verhaalt, stelt ons zich zelven voor, op zijn paard Morele buiten Brussel rijdend.
In de lange gebeden zijner ridders kon de samensteller van den Limborch andere romandichters wel navolgen, doch hij vermocht niet die te bezielen met de naïeve vroomheid die den Karel en Elegast zoo aantrekkelijk maakt. Maar in geleerdheid overtrof hij de meeste zijner voorgangers; de lauweren van JEAN DE MEUNG lieten hem blijkbaar geen rust.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek