Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 mei 2025


Mercuur, Jupiters boô, die 't al doordwaalt. En wie zijn die met hydraharen, En vlerken van ijzer, den wind bestijgend? De God, gefronsd, weerhoudt hun scharen Achter hem stoomenden damp gelijkend, Met luid geroep, een eindlooze troep

En van een ster Die op zijn voorhoofd schijnt schieten er stralen, Als zwaarden van azuren vuur, goudsperen Met loof van myrten, dat tyrannen temt, Bevlochten als symbool dat aarde en hemel Nu éen zijn; machtge stralen, die als spaken Van een onzichtbaar wiel in 't ronde draaien, Gelijk de bol draait, sneller dan gedachte, Den afgrond vullend met hun zonnebliksems, En nu loodrecht, dan dwars, den donkren grond Doorboren, en terwijl zij 't doen, ontblooten Van 't diepe hart der aarde al de geheimen; Eindlooze mijn van diamant en goud, Waardloos gesteent en onverbeeld juweel, Holen gestut op kristallijnen zuilen, Van een plantaardig zilver overspreid, Bronnen van peilloos vuur, en waterwellen De groote zee voedend gelijk een kind, Wier dampen 't vorstelijk gebergt van de aard Met prinslijk hermelijnen sneeuw omkleeden.

Zijn vermoeidheid had hem toen wel gedwongen langzaam te gaan, hij was zelfs een poos aan den weg gaan zitten, op den vocht-killen grond, van blaren glibberig, turende, zonder bewegen, naar den droomerigen, zwak rossen schijn, die boven 't massale zwart van de stad hing.... Toen had hij pas goed gemerkt het grootsch-enorme van de nachtstilte, en dat hij alleen was, klein en alleen, op dien ganschen, breeden, zwaar-aardenen dijk, tusschen de statige rijen streng opstaande stammen, geslotene volging van boomenpoorten, hij de eenige mensch onder dat geweldig welvende dak eindlooze warreling, zwart in den zwarten nacht onder de kruinen, die, afgezonderd in 't duistere ruim, ruischende fluisteren van sombere geheimen en groote daden die lang geleden zijn....

Het is verscheiden in zijn eenheid en weelderig in zijn sober-zijn. Alle geluiden zijner luchten roeren over een zóo uitgebreid klankbord, dat, naar het gemeenlijk schijnt, de snaren ervan in het eindlooze zijn gespannen. Zijne verven en diepten wisselen langs eene teerheid van schakeeringen zoo sluw, dat men erbij slechts de looze speling van zijne lichten en schaduwen kan vergelijken.

ik zag rondom, als de verstijfde omlijning van een azuuren hoogbewoogen zee, 't wijd vergezicht, in eindlooze verfijning, tot waar een glans-waas 't al vereev'nen dee. Ik zag veel besjes tusschen grauw-groen loover gloend-vermiljoen in najaars-zonneschijn, en diep in 't dal, stil-schuchter in den toover, de kleine huisjes waar de menschen zijn.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek