Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 november 2025
Alles scheen dus tot myn geluk mede te loopen, het welk echter merkelyk veranderde, toen ik, den 18den, de tyding ontfing van het verlies van mynen vriend, den heer WALTER KENNEDY, die korten tyd na zyne te rug komst in Holland overleedt. Om het leed, my door deeze gebeurtenis veroorzaakt, te verzetten, gaf ik een kort bezoek aan den heer DE CACHELIEU, op zyne Plantagie Egmond.
Ook werd onder zijn bestuur de stad in 1390 merkelijk versterkt, nadat ze in 1374 door de plundering van Heer Willem van Rees, Krijgsoverste van Bisschop Aernout van Hoorn, veel geleden had. Heer Aernout stierf in 1409, en liet twee zonen na, waarvan de oudste, Jan, Heer van Egmond werd, terwijl de tweede, Willem, in het bezit van IJsselsteyn geraakte.
Egmond verscheen in Vlaanderen, niet als de aanvoerder der protestanten, maar als hun verbitterde vijand, als de ijverigste aanhanger der regeering, die zelfs, buiten de bevelen der hertogin om, allen strafte, op wie slechts de minste verdenking van medeplichtigheid aan den beeldstorm rustte.
Op grond hiervan was den bloedraad de taak opgedragen om een vonnis te vellen en hij had, getrouw aan zijn karakter, dien last vervuld. Egmond en Hoorne werden ter dood veroordeeld, zonder dat het hun vergund was een verdediger te kiezen.
Doch hierbij bleef het niet. Oranje, Egmond en Hoorne verklaarden dat zij niet langer de zittingen van den staatsraad wilden bijwonen, en zij lieten zich noch door de beden der landvoogdes, noch door de bevelen des konings bewegen om van hun besluit terug te komen.
De gezant verklaarde daarin, dat de koning reeds sinds lang wist, hoe vijandig Oranje, Egmond en Hoorne jegens hem gezind waren, doch dat hij de landvoogdes aanbeval, in haren omgang met hen de grootste hartelijkheid aan den dag te leggen, dewijl Zijne Majesteit van voornemen was, zich zoo lang mogelijk van de genoemde mannen te bedienen, doch hen dan te straffen, en dat het de plicht der landvoogdes was, den koning in de uitvoering van zijn plan behulpzaam te zijn.
Egmond legde onverholen zijn afkeer aan den dag van allen, die door hunne handelwijze de katholieke kerk zoo gruwelijk beleedigd hadden. Vele hoofden der geuzen waren van oordeel, dat zij met dergelijke lieden niet langer hand aan hand konden gaan; wellicht waren sommigen hunner reeds sinds lang het verbond moede en was de beeldstorm voor hen een welkom voorwendsel om zich van hen af te scheiden.
De prins gevoelde volstrekt geene roeping om zich weerloos aan de wraak van den vertoornden koning bloot te stellen; gelukte het hem, Egmond en Hoorne over te halen om met hem de handen ineen te slaan, dan kon hij de landvoogdes dwingen om de Staten-Generaal bijeen te roepen.
Ik mag, noch ik wil, sprak Egmond. Het bloed van de slachtoffers valle op het hoofd van den hoveling, sprak Uilenspiegel. De heeren verlieten de kamer. Toen kwam Uilenspiegel uit zijne schuilplaats; hij ging rechtstreeks bij Praet en vertelde hem wat hij gehoord had. Egmond is verrader; God is met den prins, zegde Praet. De hertog! de hertog te Brussel!
Men kan zig ligtelyk een denkbeeld maken van de geur, die de bloemen van alle deeze oranje-boomen, waar van men hier de fraaiste ruikers maakt, verspreiden. Op de Plantagie Egmond vond ik ook eenige schoone limoenboomen; de vruchten waren groot, en hadden een zeer dikke schil. 'Er waren ook nog zeer zoete limoenen, maar die zeer klein, en naar myn oordeel zeer smakeloos zyn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek