Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juli 2025
In heure haren fluisterde hij: Ik ben gekomen .... Hebt gij me niet seffens gevoeld? De tijd dwingt nu. Ik kwam u halen. Ik kóm u halen. Spoed u! .... Zijne lippen raakten bijna haren mond. Ze werd duizelig. Ze wilde wegvluchten uit zijne zoete handen. Haar hart sprong op in die éene gedachte: En .... en Fr Zijne lippen lagen fluks op haren mond.
Ik bezit tans ook nog eene fluit, welke zy van een been van hunne vyanden maken. Hunne dans, indien men 'er dien naam aan geven kan, bepaalt zig tot sprongen, tot slingeren op één been, en tot rond draaien in verschillende houdingen, tot dat hun hoofd duizelig word.
Toen de beweging verminderde, zag hij in het heldere water de gedaante van een schoone jonge vrouw teruggekaatst. Zij raakte haar lippen aan met beni. Eindelijk lachte zij hem toe. Het was een vreemdsoortige glimlach, die Matsumura duizelig maakte, een glimlach, die alles uitwischte behalve het prachtige gelaat der vrouw.
Verburg zette groote oogen op en dronk zijn glas in één teug ledig van verbazing. »Drommels! zulke zaken heeft de firma niet gedaan in haar hoogsten bloei hier in Holland. Dat Engelsche goud, die Engelsche ondernemingsgeest schijnen wonderen te kunnen doen. Zulke sommen, een Hollandsch hoofd wordt er duizelig van."
Het groene, glinsterende water stroomt eindeloos ver, bruisende, schuimende en razende, en er boven hangt steeds een dik gordijn van damp, en wie aan den rand der kloof staande naar beneden ziet, moet wel duizelig worden door het eeuwig geraas en gewarrel en gedraai van den glinsterenden maalstroom beneden.
Poessing: duizelig, verward, radeloos. Den hier bedoelden getuige kan ik nog altyd produceeren. Zie over 't woord kaka-toea de Noot by Idee 438. De op inlandsche Hoofden uitgeoefende moreele dwang om by 't vertrek van 'n hoofdambtenaar, fabelachtig hooge pryzen te besteden voor sommige stukken uit z'n inboedel, is ergerlyk. En ... ze moeten wel!
En toen zij eindelijk, met haar olielantaarntje naar boven trok, was ze zoo wonderlijk duizelig op de beenen en zoo ijl in 't hoofd, dat zij niet eens goed het kamertje zag, waarnaar ze zoo verlangd had, nauw begreep, dat het eigenlijk geen kamertje was, een afgehokt stukje zolder met wanden van een sitsen gordijn en twee papierschotten.
Mijlen, mijlen liep ik af in het nauwe rond, trots blinddoek versuft en duizelig in mijne hersenen, die meer en meer die van een ezel werden en alle besef van menschelijkheid schenen te verliezen... Liep ik en liep ik, steeds den zelfden engen cirkelgang, terwijl de bovenste steen meê met mij draaide, knarsende, boven den onbewegelijken ondersten, over het gepletterde graan.
Uit elke beweging ontstaat een gerucht, dat zich met de duizenden andere geruchten vermengt tot een donderend gebruis, tot een zenuwtergend geraas, zoo aanhoudend en zoo vol, dat het de denkingskracht van den toevalligen bezoeker inzwelgt en hem duizelig maakt gelijk het geloei der losgebrokene winden op eene woedende zee.
De knagende kiespijn keerde terug en daarbij was zij telkens weer zóó duizelig dat zij groote moeite had verder te komen. Zij moest het nu toch erkennen: de vrouw in het boekwinkeltje had gelijk gehad, zij zou verstandiger gedaan hebben met vandaag rustig thuis te blijven. Daar viel haar iets in.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek