Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


De zwarte vloed kwam van verre, van allen kant, door de wuivende en buigende, zich in groepen samenwringende en weêr losrijtende beplantingen om de huizen aan d'overkant, van links en recht over den straatweg en door Mathildes tuin aanspoelend met klotsend geweld, zich vermengend met de zware regens en stortvloeden van zwartheid, die over Bagatelle's dak, en langs beide zijden van de warandes, en van overal uit de lucht zich er in neêrgoten, opzwalpend in vreemde druipende zwarte figuren en met een windvlaag neêrzwierend in het hooge water.

En Mathilde droomde, zittend aan het venster; de ruiten, vaal-groenend van naderende duisternis, lachten met een hollen glazigen lach. De zon was lager gevallen. Uit zijn donker-oranje-gloeyende rondheid, hoog schuin, ver weg, zwierven nog rooyerig-gele stralen, als stukjes regen van scherpe lijnen, door de heesters aan d'overkant van den weg neêr, alsof zij gebroken in dat groen bleven hangen.

Zij zag de heele omgeving, de huizen aan d'overkant, het zwart-groene water van de gracht, de boomen langs den wallekant met hun groote verwarring van pas uitbottende aarzelend groene sprietjes, en het rijtuig met de twee schonkige paarden, dat een leelijken donkeren prop scheen te midden van de wasemende wit-en blauwheid van de lucht, zij zag alles in breede lijnen golven, zoo als men over een erg warme kachel heen het de voorwerpen in de kamer ziet doen.

De witte en grijsblauwe huizen aan d'overkant, met hun kale muren, groeiden op uit den grond, hoog en naakt, als gesteenten van geweldige droefheid, de donkerte der boomen en heester met hun breedte vervullend, vooroverbuigend, zich splijtend en zich weêr samenvoegend, zwaar en recht.

Mathilde bleef, zonder menschen, wier vormen en geluiden haar voelen braken, en vrije alleenheid, en het zuivere geloof, eenzaam en geheel, leefde in haar op; het kwam zachtjes over het bezonde geel-zwarte pad tot haar, het lachte in de zonne-wind-tintelingen in de rondte, het vloeide op over het getimmer aan d'overkant van den weg, over het klakkend gerommel van een rijtuig, over een ver hondgeblaf, het wolkte in het windgelach tot haar hoofd, het sneeuwde, sneeuwde in stille lichtdruppels van de deinende bladeren.

Maar zij deed haar oogen open; zij zag dat alles stiller was geworden. Er was niets dan éen groote wijde grauwheid om haar heen, waarin de muren der onbeweeglijk staande huizen aan d'overkant afbrokkelden, en de steenen in klompen en brokken geluidloos wechvielen. Als na een hevigen brand bleven stukken muur hoog opstaan in de ledige ruimte.

Boven de boomen uit zag Mathilde de bovenste ramen en de daken aan d'overkant. Aan éen venster was nog licht, een onbewegelijk dof licht, achter het vuil-gele gordijn. Maar hooger klommen Mathildes blikken, hoog boven de blauwige en bleekroode daken, boven de driehoekige en ovale geveltoppen uit, wijd-uit-turend, als zoekend, in de goud-doorstikt lichtende lucht.

Och, kom, er zal wel iets in uw overjas steken, zeî Mathilde van d'overkant. Mag ik de knecht niet eens laten kijken? Marinus werd zenuwachtig. Hij keek naar Jetje, om te weten, wat zij er van dacht. Deze, die nog verrukt was over de uitnemende ontvangst van haar bijdrage, knikte goedkeurend en aanmoedigend. Dan zal ik het zelf wel eventjes halen, meneer, zeî hij. Hij bleef even wech.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek