Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
Op 7 1/2 ons vleesch rekent men 1 1/2 ons rijst. Ossenlappen. De ossenlapjes worden goed geklopt, in meel gewenteld, en dan in de koekepan met boter bruin gebraden; vervolgens gestoofd met zout, nagelen en gehakte chalotten of gefruite uijen. Ossenhaas in gelei.
Bij deze laatsten voegt men een spijslepel vol fijngesneden chalotten, even zooveel champignons en kappers, tweemaal zooveel fijn gesneden truffels, eenige goed gewasschen, klein gesneden ansjovis, waar de graten zorgvuldig zijn uitgehaald, wat zout, witte peper en notemuskaat, en stampt dit alles fijn.
Men neemt mooije witte bloemkool, dikke, vaste brusselsche spruitjes, goed gesloten witte kool, zeer jonge worteltjes, kleine dunne prinsessenboontjes, jonge doperwten, St. Jans uijetjes of chalotten, kleine augurkjes, jonge maïskolven, zaad van O-I. kers en jonge tuinboontjes.
Men kan die stukken ook in geklutste eijeren, met peper en gehakte chalotten doopen, daarop in gestooten beschuit wentelen en met boter in de pan bakken. Stokvisch koken. Zoogenaamde leng is beter dan rondvisch.
Het vet en de huid worden van het vleesch afgenomen, dat goed geklopt en in eene vloot gelegd wordt, met eene goede hoeveelheid chalotten of kleine uijen, nagelen, heele peper en bouquet garni, benevens, eene flesch azijn. Indien men eene flesch rooden wijn heeft, die troebel is, of eenigzins verschaald, kan men er die bijgieten, ten einde eene wildkleur aan het vleesch te geven.
63. Lamsgebraad als rheevleesch. Het ruggestuk van een jong lam wordt van het vel ontdaan, en dan aan alle zijden goed ingewreven met het volgende, dat zeer fijn gehakt en goed door elkaar gemengd moet zijn: chalotten, dragon, mariolein, rozemarijn, 2
Men bestrooit het vleesch met wat zout, legt het in kokende boter en spek, laat het daarin eene lichte kleur krijgen, en giet er dan 3 deelen kokend water tegen één deel azijn over. Daarbij voegt men chalotten, laurierbladen, nagelen, peper, dragon en een bord vol gesnipperde, versche augurken. De bout wordt onder gedurig bedruipen, maar in eene gesloten pan, gedurende drie uren gebraden.
Men kookt kalfs- of varkensnieren, hakt die fijn dooreen, met haar gewigt aan lardeerspek, met pieterselie en chalotten; voegt er dan 4 eijerdoijers, van één ei het wit, gesmolten boter, foelie, notemuskaat, zout en een gestampte beschuit bij, en mengt het alles tot een gelijk deeg.
Voor de saus kookt men melk, met boter, suiker en een weinig meel, alles gebonden door een eijerdoijer. Pudding van koud kalfsvleesch. Men neemt 8 1/2 o. zeer fijn gehakt kalfsvleesch, waar alle vellen goed zijn uitgezocht, 8 eijeren, 1 o., 6 1/2 l. boter, 6 1/2 l. geraspt wittebrood, 1/2 kopje room, 6 gehakte chalotten, wat zout en foelie.
Dan bruint men eenige chalotten en wat meel in boter, roert dit met goeden bouillon in het nat van den kop, en laat hierin het gesneden vleesch, met fijngehakte dragon, cayennepeper en gestooten nagelen, gedurende een kwartier koken. De soep moet wel gebonden, maar niet dik zijn; zij mag, nadat de wijn er in is, niet meer koken. Hazensoep.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek