Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


Inderdaad, welke gemeenschap was er voortaan mogelijk tusschen Godelieve en hem? Hij gevoelde zich geroepen om in de wereld tot den burgerstand op te klimmen en onder deftige lieden te leven. Indien de Wildenslags naar Gent terugkwamen, zou hij dan niet beschaamd zijn, als vriend en broeder te hebben geleefd met menschen, die veeleer het misprijzen dan de achting der wereld verdienden?

Twee havelooze kerels wisselden met elkander deze merkwaardige woorden, die veel van "Jacquerie" hadden: "Wie regeert ons?" "Mijnheer Filips." "Neen, 't is de burgerstand." Men geloove niet, dat wij het woord Jacquerie in een slechten zin gebruiken. De "Jacques" waren de armen. De hongerigen hebben altijd recht.

En "ieder moet handelen naar z'n eigen overtuiging." Hy dus ook. Hy, de kleine Woutertje Pieterse! Wel-aan dan.... Ach, z'n nieuwe wysheid haalde hem dien dag 'n verdrietig geval op den hals. 't Was diep in 't voorjaar, en de aardappelen die in ons landjen 't hoofdbestanddeel uitmaken der voeding van armen en burgerstand, begonnen den dienst optezeggen.

Men moet overigens, zelfs jegens de zelfzucht, rechtvaardig zijn; de toestand, waarnaar dit gedeelte der natie, 't welk men den burgerstand noemt, na den schok van 1830 trachtte, was geen werkeloosheid, die zich aan onverschilligheid en luiheid paart, en een weinig schande bevat; 't was niet de slaap, die een vluchtige vergetelheid onderstelt, vatbaar voor droomen; 't was een halt.

Hij droeg de uniform der nationale garde gelijk Karel X, en het lint van het Legioen van Eer gelijk Napoleon. Hij ging weinig ter kerk, niet ter jacht, nooit naar de opera. Hij was onomkoopbaar voor de kosters, jachtknechten en danseressen; dit gaf hem populariteit bij den burgerstand. Hij had geen hofhouding.

"Uwe gezondheid, Messieurs!" zeide de vreemdeling, met een schorre stem, zich buigende en zijn glas naar de hoogte brengende, dat hij vervolgens bij kleine tusschenpoozen ledigde. "Wel!" zeide de grappige duivel, met die gemeenzaamheid, welke onzen burgerstand veelal eigen is: "mijn Heer is, geloof ik, ook bang, dat er hoorntjes en schelpen in zitten."

Wijl de burgerstand is: het eigenbelang, dat tot bevrediging is gekomen. Gisteren was het de honger, heden is het de voldoening, morgen zal het de verzadiging zijn. Het verschijnsel van 1814 na Napoleon herhaalde zich in 1830 na Karel X. Men heeft ten onrechte van den burgerstand eene klasse willen maken. De burgerstand is eenvoudig het bevredigde gedeelte des volks.

In den burgerstand wordt een vereerende stelling al licht door het aanknoopen van mindere betrekkingen verlaagd, en moet men behoedzaam zijn zoo men iemand ontvangt; want even als er bij de nadering van koude verlies van warmtestof ontstaat, is er vermindering van hoogachting bij de nadering van verachtelijke personen. De oude, groote wereld verhief zich boven deze wet als boven alle andere.

De hoogere standen, de adel, zijn in Italië met den burgerstand veel meer saamgewassen dan in Duitschland of Frankrijk. Men heeft hun de overmoedige aanmatigingen, van den ouden Duitschen en Franschen hof- en heeren-adel, nooit kunnen verwijten.

1830 bracht deze theorie in practijk, welke door 1688 reeds op Engeland was toegepast. 1830 is een te halverwege tot staan gebrachte revolutie; half vooruitgang, bijna recht. Maar de logica wil van "bijna" niets weten, evenmin als de zon iets van de kaars weet. Wie houdt de revolutiën te halverwege staande? De burgerstand. Waarom?

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek