Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
In het beweegloos, vaal-vlakkend water effende een scheidlijn van licht en schaduw, wiegelde de gevel-vluchting, lang-bleeke kartling met wit en geel, versmalde ramen, verfletste gordijnen, groenige wolling van boomen. De oude zwarte rioolgaten braken daarin klodder-spelonken en diep onder 't buikige lijf van een kof, school 'n logger geduister. Het was stil op de gracht.
Toen hij het meubel had geplaatst eerst het onderstuk met de drie buikige laden met koperen handvatsels en daarop de kast met de gladde, glimmend-geboende deur vlakken, met aan weerszij de zwarte zuiltjes met koperen kapiteelen gaf ze hem de Delftsche pullen aan en hield, terwijl hij deze neerzette de grootste in 't midden, de twee kleinere op de hoeken het wankele trapje vast waarop hij stond.
Een derde, goed begrensde groep van Uilen kenmerkt zich hoofdzakelijk door een pluimpje van overeind staande veeren boven ieder oor. De dikke, bijna buikige, op den rug weinig gekromde snavel heeft een korten haak aan de bovenkaak. De loop is dik en lang of middelmatig lang; de teenen zijn zeer krachtig en met groote, boogvormige klauwen gewapend.
Op dat onbewogen, helder verlichte zeevlak lag de Perzische vloot voor anker, de groote galeien van het troepenvervoer op den achtergrond, roerloos, als waren zij vastgegroeid in het water; dicht aan de kust de logge, buikige schepen voor het paardentransport, in een lange rij, zoover hij zien kon.
Naast de brug lag een buikige vlet met cokes bestouwd tot een berg, en verder de gracht af tot bij den donkren romp van een schouwburg, plankjes glad naar den wal en touwen dik in de ringen, spiegelden koffen 'r bruinteerde buiken in 't avondwit-water. Het regende niet meer. Op de brug, het kind in zijn armen, zag Eleazar de dringing der mannen, het helmen-geblink, de nu vrindlijke gracht.
Het broedsel bestaat uit 4 of 5 kleine, stompe, buikige eieren, die op vuilwitten of groenachtigen grond overal, aan het stompe einde echter meer dan aan de spits, met dofbruine, roode, roodgrijze, purperzwarte stippels, vlekken en krullen geteekend zijn. In Duitschland begint de broedtijd omstreeks het midden van April. Waarschijnlijk heeft het broeden minstens tweemaal per jaar plaats.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek