United States or Macao ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eene familie van vijf of zes personen heeft het in zoo'n huisje wel niet ruim, maar de woning is ten minste gezond en zindelijk; er heerscht zekere mate van welvaart, een geest van orde en spaarzaamheid, die deze arbeiderskoloniën zeer gunstig onderscheidt van de ellendige krotten in de Borinage.

Elk dorp in de Borinage heeft zijn salons of danshuizen, waar op zon- en feestdagen de jonge meisjes, die nu haar jongenspak hebben uitgetrokken, het donkere hair glanzende van pommade, in nauwsluitende jakjes en kleurige met bloemen versierde mutsjes, in het licht ontvlambaar gemoed der dansers het vuur der liefde en ook van den minnenijd komen ontsteken.

Deze kalme, rustige natuur reikt tot aan de boorden van de Sambre: maar daar wijkt de idylle eensklaps voor het verbijsterend rumoer der alles overweldigende industrie. Toch is het hier nog niet zoo erg als in de Borinage: te midden van dit gebied van ijzer en vuur vindt men nog stille liefelijke plekjes vol lommer en landelijke poëzie.

Evenals in de Borinage wordt ook hier deze geheele beweging hoofdzakelijk geleid door een uitgelezen korps van ingenieurs, die zich zoo veel mogelijk trachten neer te buigen tot het peil der onontwikkelden om hen langzamerhand tot zich op te heffen, en ook in de onderste lagen der maatschappij het licht der wetenschap te doen schijnen.

Er is één dag in het jaar, waarop de ruwe ongebondenheid, die in gewone tijden reeds groot is, haar toppunt bereikt: op den dag der groote kermis van de Borinage, den feestdag bij uitnemendheid, den dag van Sinte-Barbara. Op dien dag staat de arbeid in de mijn stil en dommelt de moloch.

Men bindt den jongen man, na zijn gelaat met roet besmeerd te hebben, op een ezel, en voert hem zoo, onder het gejuich en gelach der schare, door het dorp. Wie de Borinage als het ware met een enkelen blik overzien wil, die moet te Bergen plaats nemen in den trein naar Quiévrain, welke het geheele kolendistrict doorsnijdt.

De donkere teekening die ik, naar waarheid, van de Borinage heb opgehangen, past ook volkomen op dit eenmaal zoo schoone land, waarvan de industrie eene huilende wildernis heeft gemaakt, dat zij heeft misvormd, verscheurd, geteisterd, omgekeerd, en van alle natuurschoon, van alle frischheid en leven beroofd.

Daar zijn er, ja, enkelen, in wier starre blikken ge als het ware de ontzetting lezen kunt, door de verschrikkingen van den afgrond hunner ziele ingeprent; maar, voor zoo ver de dierlijke arbeid niet alle menschelijk gevoel heeft uitgedoofd en hen tot werktuigen verlaagd, kenmerken de mijnwerkers van de Borinage zich veeleer door eene ruwe, luidruchtige, buitensporige vroolijkheid, die zich vooral op kermissen en feestdagen uit, en zelfs door den geesel der periodiek wederkeerende crisissen nóg niet is gedoofd.

Geheel de Borinage vertoont hetzelfde beeld. Omdolende door dit verschrikkelijke land, krijgt ge den indruk dat de bewoners door een demonisch noodlot gedoemd zijn tot den hopeloozen arbeid om eene duistere, onderaardsche zee leeg te schoppen, en nu, buiten bereik van zon en sterren, hun leven slijten in nooit rustende pogingen om hunne taak ten einde te brengen.

Ondanks of misschien wel juist om het sombere, zwarte, akelige der omgeving, zijn de jonge meisjes van de Borinage gesteld op opschik, op sprekende kleuren, houden zij er van, zich op eene of andere wijze te tooien.