United States or Uruguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij zou onderwijzer worden, zooals meester Cattoir, bij wien hij zoo goed leerde. Maar met den dood van Alfons was ook die illuzie in haar gestorven en zij had wèl gehoopt dat hij bij haar terug zou komen en in zijn vaders plaats de boerderij beheeren. Te laat! Hilaire voelde afkeer voor 't boerenbedrijf.

Naast de gewone militaire laarzen vertoonden zich de groote sandalen van dierenhuid, welke de kaukasische boer zich met smalle riemen aan den voet bindt; naast den geoefenden veteraan met zijn geweer marcheerde de jonge rekruut, zoo pas aan het boerenbedrijf ontrukt, die, met zwaren stap voortgaande, zijn sabel door de modder liet slepen.

Tot nu toe wanneer wij terugrekenen van gevolg naar oorzaak schijnt het wel, dat het boerenbedrijf alléén winstgevend kan zijn, wanneer het op groote schaal gebeurt; maar zij die de teekenen des tijds opmerken, zeggen, dat de eeuw, die nu in de landelijke wereld juist begint te dagen, de eeuw zal zijn van den kleinen man.

Een ~bedrijf~ onderstelt een arbeid, die verscheidene verwante zaken omvat, bijv. het boerenbedrijf. ~Nering~ ziet op een kostwinning, die door handel wordt verdiend, zooals bijv. bij kruideniers. Soms heeft ~beroep~ ook de ruimere beteekenis van ambacht, nering, enz.; bijv.: hij is van beroep timmerman. In dit geval wordt de kostwinning, die wij hierboven een beroep noemden, een ~ambt~ geheeten.

In Holland, Friesland, Groningen en Zeeland, waar eveneens de vlasteelt in vroeger eeuwen veel tot vlasserij, spinnen en weven voor eigen behoefte aanleiding had gegeven, had dit alles reeds in de 18e eeuw zoo goed als opgehouden een boerenbedrijf te zijn; de gunstiger economische toestanden der boeren in deze gewesten hadden het bedrijf doen vergeten.

De zoon van Geert de Jager, die Poppink genoemd werd, heette Harmen. Deze Harmen kreeg, wijl hy een leerzame knaap was, eene geletterde opvoeding; hy volgde zynen vader niet op in het voorouderlike boerenbedrijf, maar vestigde zich in eene stad, waar hy 't een of ander ambt vervulde.

In Brabant kon de bevolking, met bescheidener eischen, geringer levensbehoeften en voordeeliger levensvoorwaarden, vooral doordien het aanvullingsarbeid was bij het boerenbedrijf, goedkooper arbeiden dan in Holland, waar bovendien de handel en scheepvaart hooger loonen deden ontstaan.

Reeds in de oude tijden zien wij het land met steden bedekt, en het volk niet zooals de Duitschers, in onderlinge betrekkingen die door het boerenbedrijf of het landbezit in het leven waren geroepen; niet zooals de Slawen vereenigd door den band van het familieleven, van stam- of bloedverwantschap, maar in stedelijke gemeenten of stedelijke staten vereenigd.

De vlasbouw, die vanouds een boerenbedrijf voor eigen behoefte was, evenals de schapenhouderij voor de wol, had hen gebracht tot spinnerij en weverij in den vrijen tijd, om hun eigen kleedingstukken te vervaardigen. Door nood gedrongen, kwamen zij er toe om die nijverheid uit te breiden, teneinde hierdoor hun lot te verbeteren.