United States or Wallis and Futuna ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het volk, aan den wal gekomen, deed den kinderen geen leed, integendeel, men gaf hun allerlei snuisterijen, vooral belletjes, waarop de Indianen verzot waren. Men hoopte door deze kleine geschenken de Ouders te winnen, doch dit mislukte. De Spanjaarden zagen evenwel, dat de bewoners van dit eiland beschaafder moesten zijn dan die van de eilanden, welke Columbus op zijne vorige reis gevonden had.

Als ge door deze stad wandelt, die met zoo zeldzame zuiverheid haar antiek-middeleeuwsch karakter heeft bewaard; door deze straten, waar schier geen enkele wanklank de stille melodie van den ouden tijd verbreekt, dan zijt ge bijna geneigd, de weinig talrijke hedendaagsche bewoners voor een anachronisme te houden; en onwillekeurig ziet ge om u heen, of ge niet een groep dier edelen en burgers bespeurt, wier beeld zoo getrouw is bewaard op de schilderijen in de kerken.

Zoodra men de binnenstad betreedt, krijgt men dien indruk van plagiaat van Parijs. Het ideaal is hier Parijs, dat gecopiëerd is in zijn bouwwerken, zijn winkels, de manieren zijner bewoners. Maar al zijn dan de mooiste openbare gebouwen in parijschen stijl gebouwd, de particuliere huizen zijn niet altijd in den zuiversten stijl opgetrokken.

Het inlandsche dorp, van deze omgeving uit niet te zien, heeft ook iets Hollandsch: in zooverre namelijk, als het ordelijk en zindelijk is. Aan het eigen goedvinden van de bewoners overgelaten is een inlandsch gehucht dat zelden of nooit.

Weder door vele bewoners uitgeleide gedaan begeven wij ons spoorwaarts, bemerken nog op onze wandeling daarheen dat de pleinen der stad worden gebruikt tot droging van mais en andere granen, en is het een eigenaardig gezicht groote oppervlakten, met deze goudgele voedingsmiddelen bedekt, in de zon te zien schitteren.

Dit zullen we later zien, en liever dan ons in allerlei fabelen te verdiepen, welke toch nog wel eens zullen genoemd worden naast gissingen, die men geopperd heeft, willen we met elkander eens een' volksstam bezoeken, welke zich eene woonplaats gekozen had aan de Oostkust der Middellandsche Zee. Dit kustland droeg den naam van Phoenicië of Purperland, en zijne bewoners heetten Phoeniciërs.

Mijn oom bedriegt er zich niet in, want na een vrij kort onderzoek zegt hij: "Deze visch behoort tot eene sedert eeuwen uitgestorven familie, wier versteende overblijfselen men alleen in devonische gronden terugvindt." "Hoe!" riep ik uit, "zouden wij dan een van die bewoners der oorspronkelijke zeeën levend gevangen hebben?"

Nergens is een enkel spoor van menschelijk verblijf of werkzaamheid te ontdekken; in ongestoorde zekerheid genieten de bewoners van dit schilderachtige meer den heerlijken frisschen morgen.

De bewoners zouden ze trouwens misschien ook niet weten te waardeeren. Op straat ziet men dikwijls net gekleede heeren, met keurige boorden en dassen, uit alle macht kauwen op rauwe kool, rauwe rapen en wortelen en allerlei wilde planten.

Met de overwinnende vlooten en legerscharen der Pheniciërs en hunne machtige moederstad, drong de Semitische volksstam, en met hem ook andere hun onderworpene bewoners van Afrika, Spanje binnen.