Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Brussel vertoonde het beeld eener door de pest geteisterde stad; men ontmoette in de straten niets dan diep bezorgde aangezichten; alle openbaar leven was uitgestorven. Alba was buiten zich zelven van woede, wijl het volk het waagde, hem in zijn aangezicht te wederstaan, door verdubbelde gestrengheid wilde hij het tot onderwerping brengen.
In antwoord op deze beschuldiging ontzegde de prins den bloedraad in korte, minachtende bewoordingen elk recht om over hem de vierschaar te spannen; hij verklaarde, dat hij als ridder van het Gulden Vlies en als vorst van het Duitsche rijk noch van den hertog van Alba, noch van eene dergelijke rechtbank bevelen te ontvangen had; dat hij bereid was om zijne onschuld te bewijzen, hetzij als Vliesridder voor eene rechtbank, uit leden dier orde samengesteld, hetzij als Duitsch vorst voor den keizer, de keurvorsten en de andere Duitsche vorsten.
Inderdaad scheen daartoe ook niet de minste reden te bestaan, want de Nederlanders haastten zich, Alba door deputaties te doen begroeten en van hunne trouw te verzekeren. Zelfs Egmond achtte het niet beneden zich, den machtigen man het hof te maken; den 22en Augustus bracht hij uit Brussel met een aantal edelen Alba te Dendermonde een bezoek.
Zij regeerde waarlijk streng en wreed genoeg, doch in weerwil hiervan voer toch eene kille huivering door het geheele land, toen men hoorde, dat Alba door den koning uitverkoren was om met een leger de rust geheel te herstellen en allen te straffen, die het ooit gewaagd hadden, den koning ongehoorzaam te zijn.
Dankbaarheid kende hij niet; de diensten, welke Alba hem bewezen had, vergat hij maar al te spoedig. Reeds voor lang had de hertog Philips verzocht, hem van den zwaren last der landvoogdij te ontheffen. Toenmaals had de koning schoorvoetend dat verzoek ingewilligd en den hertog van Medina Celi naar de Nederlanden gezonden.
Brantôme zegt, dat zij schoon en dapper waren als princessen, zoowel die, welke te paard zaten, als die, welke te voet moesten marcheeren. Den 10en Mei 1567 scheepte de hertog van Alba zich te Carthagena in, om van Genua uit den marsch naar de Nederlanden te beginnen.
Tegelijk vaardigde hij eene oorlogsverklaring aan Alba en twee proclamaties uit, waarin hij het Nederlandsche volk verzekerde, dat hij de trouwste dienaar des konings was en niet tegen dezen, maar alleen tegen Alba de wapenen opvatte.
Silvius, zoon of stiefbroeder van Ascanius, volgde hem in de regeering over Alba Longa op; hij was de stamvader der albaansche koningen. Simbruini colles, heuvelstreek in het Z. van het land der Aequi, later tot Latium behoorende, nabij het land der Marsen, tusschen Sublaqueum en Treba.
Alba was buiten zich zelven van woede, toen hij hoorde dat Lodewijk van Nassau eenig voordeel had behaald. Hij besloot, zelf tegen den aanvoerder der opstandelingen op te trekken, doch eer hij dit deed, toonde hij den Brusselaars, hoe geducht zijne wraak jegens alle opstandelingen was.
Alba wist maar al te goed, hoe gehaat hij zelf en hoe geliefd de prins was; behaalde deze slechts ééne zegepraal, dan zou de geheele bevolking des lands zich rondom zijne vanen scharen. Begon eens de roep van onoverwinnelijkheid, waarin de hertog stond, te tanen, dan had hij alles te vreezen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek