Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Wie een ware voorstelling heeft, wéét tevens dat hij een ware voorstelling heeft en kan aan de waarheid ervan niet meer twijfelen. Bewijs. Gevolg St. XI v.d. Nemen wij nu eens aan dat er in God, voorzoover hij zich openbaart in den menschelijken Geest, een adaequate voorstelling A bestaat. St. XX v.d.

Derhalve bezit de menschelijke Geest geen adaequate kennis van de deelen welke het menschelijk Lichaam samenstellen. H.t.b.w. Stelling XXV. De voorstelling van welke inwerking op het menschelijk Lichaam ook, sluit geen adaequate kennis van het inwerkende voorwerp in zich. Bewijs. XVI v.d. St. IX v.d. St. VII v.d.

Wanneer wij dus zelf van een of andere aandoening de adaequate oorzaak kunnen zijn, noem ik die aandoening een handeling, in het andere geval een lijding. I. Het menschelijk Lichaam kan op tal van wijzen inwerkingen ondergaan, waardoor zijn vermogen tot handelen wordt vermeerderd of verminderd, en evenzeer op tal van wijzen welke zijn vermogen tot handelen noch grooter noch kleiner maken.

Dus is de macht van den mensch door de macht van iets anders beperkt en wordt zij door die van uitwendige oorzaken oneindig overtroffen. Stelling IV. Het is onmogelijk dat de mensch niet een deel der Natuur zou zijn en dat hij niet ook andere wijzigingen zou ondergaan dan zoodanige, welke uit zijn eigen aard alleen te verklaren zijn en waarvan hij de adaequate oorzaak is. Bewijs. Gevolg St. St.

De Geest kent zichzelf niet dan voorzoover hij de voorstellingen der inwerkingen op het Lichaam waarneemt. Bewijs. St. XX v.d. St. XIX v.d. St. XI v.d. St. XI v.d. St. XVI v.d. St. XIII v.d. H.t.b.w. Stelling XXIV. De menschelijke Geest bezit geen adaequate kennis van de deelen welke het menschelijk Lichaam samenstellen. Bewijs. Hulpst. Hulpst. St. III v.d. St. IX v.d. St. VII v.d. St. XIII v.d.

De menschelijke macht, voorzoover zij zich in zijn eigen werkelijk wezen openbaart, is dus een deel van de oneindige macht van God of van de Natuur, d.w.z. St. Dit wat het eerste betreft. St. St. St. Derhalve is het onmogelijk dat de mensch niet ook andere wijzigingen zou kunnen ondergaan dan alleen zoodanige, waarvan hijzelf de adaequate oorzaak is. H.t.b.w.

Zoodat er in God geen adaequate kennis bestaat van een uitwendig voorwerp voorzoover hij de voorstelling eener inwerking op het menschelijk Lichaam heeft. Ofwel de voorstelling van een inwerking op het menschelijk Lichaam sluit geen adaequate kennis van het inwerkende voorwerp in zich. H.t.b.w. Stelling XXVI.

II. Ik zeg dat wij handelen, wanneer er iets in of buiten ons gebeurt, waarvan wijzelf de adaequate oorzaak zijn, d.w.z. Daarentegen zeg ik dat wij lijden, wanneer er iets in ons gebeurt of wanneer er iets uit onzen aard voortvloeit, waarvan wijzelf slechts voor een deel oorzaak zijn. Tevens versta ik daaronder de voorstellingen dier inwerkingen.

Immers wij stellen ons de zon niet zoo dichtbij voor omdat wij haar waren afstand niet kennen, maar omdat haar inwerking op ons Lichaam het wezen der zon slechts in zich sluit voorzoover dit Lichaam zelf die inwerking ondergaat. Stelling XXVI. Inadaequate en verwarde voorstellingen volgen elkaar met dezelfde noodzakelijkheid als adaequate, ofwel heldere en duidelijke voorstellingen. Bewijs. St.

Hetgeen een ieder gemakkelijk zal inzien. Stelling XXIX. De voorstelling eener voorstelling van welke inwerking op het menschelijk Lichaam ook, sluit geen adaequate kennis van den menschelijken Geest in zich. Bewijs. St. XXVII v.d. D.w.z. St. XIII v.d. H.t.b.w.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek