Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
Derhalve: Bij sommige dingen handelt onze Geest, enz. H.t.b.w. Gevolg: Hieruit volgt dat de Geest aan des te meer lijdingen onderworpen is, naarmate hij meer inadaequate voorstellingen heeft, en omgekeerd dat hij des te meer handelt, naarmate hij meer adaequate voorstellingen heeft. Stelling II. Bewijs. St.
Niet de kennis van de eerste, maar die van de tweede en derde soort leeren ons waarheid van valschheid onderscheiden. Bewijs. Deze Stelling is vanzelf duidelijk. Immers wie tusschen waarheid en valschheid weet te onderscheiden, moet een adaequate voorstelling hebben omtrent wat waar of valsch is, d.w.z. Opmerking II St. XL v.d. Stelling XLIII.
Evenzoo zijn alle andere verlangens of Begeerten slechts in zooverre lijdingen als zij door inadaequate voorstellingen worden opgewekt of daaruit voortkomen. Alle Begeerten toch, waardoor wij tot een of andere handeling gedreven worden, kunnen zoowel uit adaequate als uit inadaequate voorstellingen ontspringen. St. Stelling V. Bewijs. St. St.
In het vervolg zal ik deze beide wijzen om de dingen te beschouwen noemen: kennis van de eerste soort, meening ofwel verbeelding. XXXVIII, Gevolg St. XXXIX en St. XL v.d. Hier zal ik spreken van Rede en Kennis van de tweede soort. Deze soort van kennis leidt uit de adaequate voorstelling van het werkelijk wezen van een of ander attribuut Gods de adaequate kennis van het wezen der dingen af.
Stelling I. Bij sommige dingen handelt onze Geest, andere echter ondergaat hij: voorzoover hij namelijk adaequate voorstellingen heeft, handelt hij noodzakelijk, voorzoover hij daarentegen inadaequate voorstellingen heeft, lijdt hij noodzakelijk. Bewijs. Opmerking II St. Gevolg St. St. Gevolg St. Definitie II v.d. Dit wat het eerste betreft. Definitie II v.d. Dit wat het tweede aangaat.
De menschelijke Geest bezit adaequate kennis omtrent het eeuwige en oneindige wezen Gods. Bewijs. St. XXII v.d. St. XXIII v.d. St. XIX v.d. Gevolg I St. XVI en St. XVII v.d. St. XLV en XLVI v.d. H.t.b.w. Opmerking: Wij zien hieruit dat Gods oneindige wezen en zijn eeuwigheid aan ieder bekend zijn.
Gevolg: Hieruit volgt dat de menschelijke Geest, zoo dikwijls hij de dingen waarneemt, gelijk zij zich in de algemeene orde der Natuur voordoen, noch van zichzelf, noch van zijn Lichaam, noch van de uitwendige voorwerpen, een adaequate kennis bezit, doch slechts een verwarde en gebrekkige. St. XXIII v.d. St. XIX v.d. St. XXVI v.d. St. XXIX v.d. St. XXVII v.d. St. XXV v.d. St.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek