United States or Romania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hetzelfde wordt, volgens Rüppell, ook door de Abessiniërs beweerd. De Gevlekte Hyena is de soort, die in de sagen in den regel bedoeld wordt. Van alle Roofdieren heeft zij ongetwijfeld de leelijkste en meest terugstootende gestalte; niet slechts deze, maar ook de inborst van het dier geven een verklaring van den haat, dien men het toedraagt.

In de eerste dagen van zijn leven is het kalf een betrekkelijk hulpbehoevend wezen; zoo komt het dan ook, dat vele jonge Gazellen door vlugge Arabieren en Abessiniërs met de handen gevangen worden. Jong gevangen Gazellen worden na weinige dagen tam; vooral in haar vaderland verdragen zij zonder bezwaar en op den duur de gevangenschap.

Het Oud-Egyptische langhoornige ras, gelijkt volkomen op den Sanga der Abessiniërs; wel ontbreekt aan het eerstgenoemde ras den bij den Sanga voorkomenden, hoogen vetbult, maar deze is ook bij de echte Zeboes van 't binnenland dikwijls slechts weinig ontwikkeld.

Volgens professor Sergi uit Rome, de grondlegger van de theorie, dat een groote beschaafde tak in een vroeg tijdperk aan de Zuidelijke kusten der Middellandsche Zee ontstond, behoorden de oude Egyptenaren tot den Oostelijken tak van dit ras, tezamen met Nubiërs, Abessiniërs, Galla, Masai en Somalis.

Herodotus, Plutarchus en Plinius noemen hem Cynocephalus, bij Strabo heet hij Cebus, bij Juvenalis Cercopithecus, bij Agatharchides Sphinx. Bij de hedendaagsche Abessiniërs is Hebe, bij de Arabieren Robah en in Egypte eindelijk Khird de naam, waaronder hij bekend is. Bij al die namen is er geen, die aan de een of andere nymf herinnert, tenzij men "sphinx" als zulk een naam aanmerken wil.

De Abessiniërs meenen, dat de Luipaard, de ergste vijand van de Klipdassen, langs de rotswanden sluipt, wanneer men ze tegen den avond of gedurende den nacht hoort schreeuwen; want na zonsondergang houden zij zich altijd stil, tenzij zij gestoord worden. Ook Vogels kunnen hun den grootsten schrik veroorzaken.

De schilden der Abessiniërs en van andere volksstammen in Oost-Afrika zijn langwerpig rond en van Antilopen-, soms ook wel van Nijlpaardenleer vervaardigd; zij worden op zulk een wijze met het vel van den rug en van de zijden van den Guereza bekleed, dat de manen er een gordel omheen vormen.

De Abessiniërs gebruiken werpspiesen en slingeren dikwijls 50 of 60 van deze moordtuigen naar één Neushoorn; zoodra deze uitgeput is door bloedverlies, waagt een van de stoutmoedigste jagers zich in zijn nabijheid, en tracht met een scherp zwaard de Achillespees door te hakken, om het dier te verlammen, en tot verderen weerstand ongeschikt te maken.

Met een met hagel geladen geweer kan men het sterke, taaie dier wel wonden, maar dan heeft men het nog niet in handen; met meer succes gebruikt een geoefend jager de buks. Gelukkig kunnen de inboorlingen met dit wapen niet goed omgaan; anders zouden de Abessiniërs het schoone dier misschien uitgeroeid hebben. In vroegere tijden werd het ijverig vervolgd.

Ook de Arabieren van de Noordelijke Sahara en de Abessiniërs gebruiken den Gepard bij de jacht. Zelfs in Europa hebben sommigen, ofschoon in vroegere eeuwen, dit jachtvermaak kunnen aanschouwen. Geszner maakt melding van twee voor de jacht afgerichte "Luipaarden" bij den koning van Frankrijk.