United States or Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het Oud-Egyptische langhoornige ras, gelijkt volkomen op den Sanga der Abessiniërs; wel ontbreekt aan het eerstgenoemde ras den bij den Sanga voorkomenden, hoogen vetbult, maar deze is ook bij de echte Zeboes van 't binnenland dikwijls slechts weinig ontwikkeld.

Het best kan men de leden van het ondergeslacht Bibos Wisent-Runderen noemen, een nagenoeg letterlijke vertaling van hun naam. Deze naderen door hun schedelvorm en door het bezit van een vetbult op den rug tusschen de beide schouderbladen tot de Bisons. De voorhoofdsbeenderen zijn van achteren sterk verbreed, de voorhoofdsstreek in dwarse richting dus zeer uitgebreid en bovendien vlak.

De op deze wijze ontstaande bastaarden zijn onbeperkt vruchtbaar, zoowel bij paring onderling als bij kruising met een hunner stamvormen. Uit de onderzoekingen van Gurlt is gebleken, dat de vetbult ontstaan is door een eigenaardige vervorming van een rugspier, waarin zich veel bindweefsel en vet ontwikkelde.

Dat de groote Bultige Runderen van Sennaar, of liever hunne door kruising met andere rassen ontstane nakomelingen in Egypte en Beneden-Nubië, ontaard zijn tot de schrale, hoogpootige, bijna Antilope-achtige Runderen zonder vetbult, die thans in deze streken voorkomen, mag grootendeels toegeschreven worden aan den invloed van het klimaat, van veranderde levensomstandigheden en van de slechte behandeling, die het Rundvee, zoowel van den Egyptischen, als van den Nubischen boer ondervindt."

De kop is tamelijk kort, de snuit echter in de lengte gerekt en gezwollen; de oogen zijn groot en hebben een onnoozele uitdrukking, de ooren zijn zeer klein, maar beweeglijk. De hals is lang, zijdelings samengedrukt, in het midden het dikst; de romp dikbuikig en eigenlijk in alle richtingen afgerond. De vetbult staat overeind: zijn grootte wisselt echter aanmerkelijk af in den loop van het jaar.