United States or Canada ? Vote for the TOP Country of the Week !


«Van heel wat deftiger plaatszei de mestkever. «Ik kom uit den stal van den keizer, waar ik met gouden schoenen aan de pooten geboren ben; ik ben op reis ter volbrenging van een geheimen last; doch je moet mij daarover maar niet uithooren, want ik verraad het toch nietDaarop klom de mestkever in het vette slijk af.

't Is daar geen geringschatting der geneeskunst ofschoon helaas, de resultaten der wetenschap nog altijd te luttel en onbevredigend zijn. Zie, men stelt er een onbepaald vertrouwen in hem als dokter, wanneer hij handelen zal in 't belang van den patiënt. 't Is daar geen uithooren slechts, om straks eigendunkelijk voort te leven met hypothesen zonder voorafgegane studie en degelijk onderzoek.

De meest waarschijnlijke veronderstelling kwam den proponent voor, deze te zijn, dat die kapitein een spion was van den Fiskaal, die hem kwam uithooren. "Dat dacht ik ook een oogenblik," zeide Joan: "doch te Tiel was hij stellig een kapitein en geen spion.... Het spijt mij, dat ik mij zoo in 's mans gelaatstrekken en ronde taal vergist heb.

Gij waart dus op de jaarmarkt te Menelik en wilt nu naar Karanorman Khan? Ik beaamde dit terstond en zóó onbevangen, dat hij mij wel houden moest voor iemand die zich gaarne liet uithooren. Hij viel in den strik en informeerde verder: Maar wie heeft toch dit briefje geschreven? Een kennis van u, en wel Hamd el Amasat.

En hoe krijgen wij hen er in?" "Zijn dat nu vragen! De nieuwe klerk zal u uithooren; en alles wat gij hem wijsmaakt zal hij hun in het geniep overbrengen als waarheid." "Nu, goed! maar als zij nu op den inval komen om niet in de wagens te stappen, maar hier of daar de rails op te breken, ten einde den trein te doen ontsporen?"

Zóo erg is het met de gelijkenis niet. Toen ik hedenmorgen den broeder van den opperpriester groette...." »Is Gaumata dan hier?" viel de kamerjuffer den eunuch met hartstochtelijke drift in de rede. »Hebt gij hem inderdaad gezien? Of wilt gij mij maar eens uithooren en mij beetnemen?"

Een echte blauwkous, en toch zoo bekoorlijk. In allen gevalle zal ik haar nu toch eens uithooren." "Misschien hebt gij ook wel in de rechten gestudeerd?" hernam hij, met bedwongen spotternij. "Ik heb er een weinig aan gedaan," antwoordde zij bedaard. "Ik houd wel van de rechtsgeleerde studie. Er is zooveel fijns in, en zooveel op een kleinen grondslag te bouwen. Bij voorbeeld, de Kanselarijwet.

Dank je hartelijk!" De veldwachter stond op. Hij begreep thans zeer goed, dat de pottenschipper òf totaal onschuldig was, òf dat deze te slim was om zich te laten uithooren. Hij zeide dus: "'t Spijt me, dat u me geen inlichtingen kan geven. Mag ik nu de schuit nog even van binnen bekijken?" "Wel, nu nog mooier!" riep de schipper boos uit. "Wou je mijn schuit doorzoeken?

»Dat behoeft ook niet!" merkt de »oude" heer glimlachend op. »Men kan eene fatsoenlijke dame niet uithooren. Treurige familieomstandigheden, dat is genoeg! We zullen er later wel meer van vernemen!" Mr. André de Witt hield den »ouden" heer scherp in 't oog en sprak »Hoe noemt die dame zich?" »Mevrouw De Huibert!" André schudt het hoofd. »Een onbekende naam!

", , , !.... Kijk me maar niet zoo gluiperig aan; ik loop er zoo gemakkelijk niet in; uithooren laat ik mij niet, en als ik niets zeggen wil...." "Hou je je mond, dat begrijp ik wel. Hoor eens baas, ik ken je nog maar pas; maar ik heb genoeg van je gehoord, om te weten, dat jij niets doet, of je moet er aan verdienen." ", , ! dacht je, dat ik niet royaal kon zijn?"