United States or Jamaica ? Vote for the TOP Country of the Week !


En het Barontje jubelde; hij stond als 't ware in de hall te trippelen en te dansen, hij klopte zijn mannetjes op den schouder en nam hen vleierig bij den arm en op de stoep groette en wuifde hij hen nog na, tot ze buiten 't hek en in de oprijlaan verdwenen waren. Eerst daar konden zij eindelijk weer op adem komen.

Standje, op 't smal bankje tusschen Leontientje en haar vader in elkaar gedrongen, zat te bibberen... Daar kwamen zij aan 't kleine station, en Standje kreeg het dadelijk weer druk met Bello, die voor 't gedruisch der treinen en 't getoeter der seinhorens schichtigde. Hou hou, Bello! hou hou, Belleken!" ging het telkens opnieuw, bij ieder ongewoon geluid dat 't beest deed trippelen.

Haar beenen bewogen zich zoo vlug: trip, trip! Sakkerloot! Wat kon zij trippelen! Zij ging regelrecht naar het moeras naar den nachtuil toe. «Ge wordt op den elfenheuvel uitgenoodigd, en wel tegen van avondzeide zij, «maar wilt ge ons eerst niet een dienst bewijzen en het doen van uitnoodigingen op u nemen? Gij moet ook iets doen, daar gij zelf geen gasten ontvangt.

Daar er in het heele huis een zomersche temperatuur heerschte, leidde Laurie haar van kamer tot kamer en liet haar rustig alles bekijken wat haar aandacht trok, tot ze ten laatste bij de bibliotheek kwamen, waar Jo in de handen klapte en stond te trippelen van plezier, zooals ze altijd deed, wanneer ze bijzonder opgetogen was.

"Heer droevige ridder," zei hij, "hoor maar, hoe jammerlijk mijn grauwtje schreeuwt en hoe Rocinante staat te trippelen om ons na te loopen. Die arme, arme schepsels! Ze zullen ons misschien nooit weer te zien krijgen." Bij deze woorden begon hij zoo hard te huilen en te krijten, dat Don Quichot ernstig boos werd.

Mannen hebben een vasten tred; als ze over erwten loopen beweegt er geen een van; maar meisjes, die trippelen en trappelen en schuifelen, en de erwten rollenDien raad beviel den koning wel, en hij liet de erwten strooien.

Op eenmaal vlogen zij naar Johannes' dakvenstertje toe en streken met veel gefladder en wiekgeklepper op de dakgoot neer, waar zij bedrijvig kirrend heen en weer bleven trippelen. Een van hen had een rood veertje in zijnen vleugel. Hij pluisde en trok er zoolang aan, totdat hij het in den bek hield, toen vloog hij op Johannes toe en gaf het hem.

Werd ook zijne vlam niet onophoudelijk gevoed en aangewakkerd? Zag hij niet elken ochtend, vóór hij schoolwaarts ging, terwijl hij aan zijn venstertje over zijne vierkantsvergelijkingen zat te broeden zag hij de hemelsche niet door den tuin trippelen, om hare witte eendjes in den vijver mee te laten eten van hare boterham?

Plotseling hield zij midden onder het zingen op, ging naar hem toe en fluisterde hem, terwijl zij zich over zijn stoel heenboog, geheimzinnig in het oor: "Zeg, over een half jaar, dan zijn we niet meer alleen, dan zijn we met ons drieën. Verbeeld je dat er heusch twee kleine voetjes hier door de kamer zullen trippelen, die we de onze kunnen noemen. Is het niet heerlijk, zeg?"

Zij zag door de open deur in de andere kamer; zij zag de tafel met een sneeuwwit tafellaken voor het avondmaal gedekt; zij hoorde het slaperige zingen van den theeketel, en zag Ruth heen en weder trippelen met borden en schotels, en nu en dan stilstaan om Harry een koekje in de hand te stoppen, of zijn hoofd te streelen of zijne lange krullen om hare witte vingers te winden.