United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


Verscheidene personen wilde me uit louter nieuwsgierigheid zien; de een na den ander kwam voor een klein venstertje staan, dat het licht in mijn cel doorliet, en als ze me zoo eenigen tijd hadden begluurd, gingen zij weer weg.

Ik weet dat zij gevoel hebben een even fijn gevoel nog fijner misschien dan wij." "Inderdaad?" zeide de andere dame en keek geeuwende uit een venstertje. Ten slotte herhaalde zij, om alles af te doen, nog eens het gezegde, waarmede zij begonnen was: "Ik denk toch dat zij het beter hebben, dan wanneer zij vrij waren."

Zij vouwt haar wollen halsdoek dubbel toe op hare borst en verzinkt in gedachten. Zij droomt van de toekomst. Zij reist op den spoortrein; de loop van het rijtuig geeft haar zulken indruk. Hij die nevens haar zit is René niet, het is Léon Duval. Léon is tenger van gezondheid, hij hoest, de avondkilte doet hem kwaad, zij sluit het venstertje zorgvuldig en strikt een zijden doek om zijnen hals.

Peter hief ten teeken van afscheid voor het venstertje zijn met tressen bezetten hoed omhoog en de conducteur sloeg de deur toe. Een leelijke dame met tournure en een gemaakt lachend meisje liepen beneden voorbij. "Dit jonge meisje is ook reeds bedorven en wil in het oog vallen," dacht Anna. Om niemand te zien stond zij snel op en ging bij het tegenovergestelde venster van den waggon zitten.

Op zijn bed lag hij wakend met gesloten oogen; het venstertje liet de nachtkoelte in, schreden die in de straat haastig voorbij slopen of het geluid van de torenklok leidden bij wijlen zijn gedachten af. Hij wist geen raad.

Er was maar een venstertje, dat door de bestofte, ondoorzichtige ruiten slechts een flauw schemerend licht liet vallen op de hooge stoelen en oude tafels, die eens betere dagen hadden gekend.

Het water murmelde in den stroom, één venstertje was er licht in de duisternis, waar hij aldoor naar keek. Verkleumd en bibberend ging hij ten leste binnen, de vrienden zaten daar met de vroedvrouw genoegelijk bij een mooi vuur te eten, boven hoorde hij een zwak stemgeluid.

Den zelfden avond nog klauterden zij stillekens één voor één een venstertje uit en liepen achter elkaar zwijgend door een weiland in de richting der stad, waar de lucht rossig was gelijk de weerschijn van een brand. Tamalone kwam achteraan in de donkere rij van pijen en floot een deuntje dat schriel welluidend klonk in den teederen avond, hij was zoo zorgeloos wat een toeval hem weêr brengen zou.

Terwijl Tamalone nog talmde voor hij de anderen volgde, zag hij naar boven, naar het venstertje van Mevena's kamer; het stond open. Hij begreep, dat zij alles gehoord had wat hij zoo pas vertelde. Gedurende de wandeling door de straten den volgenden dag, die zij weêr zooals vroeger deden, Mevena thans met haar kind in de armen, vroeg hij waarom zij niet in het kamp gebleven was.

Hij wilde wat rusten, maar dadelijk riep het uit de mand: »ik kijk door mijn venstertje en zie, dat je rust, ga dadelijk verderEn zoo dikwijls hij stilstond werd er geroepen, en hij moest voort, en zoo bracht hij buiten adem de mand, met het goud en de beide meisjes, bij haar ouders in huis. In huis bezorgde de bruid het bruiloftsfeest.