United States or Paraguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


«Wie zouden die vreemdelingen wel zijnvroegen al de hagedissen. «Wat zou er toch aan 't handje zijn? Hoor eens, hoe het gonst! Hoor eens, hoe het bromtOp hetzelfde oogenblik ging de elfenheuvel open, en nu kwam er een oude elf uittrippelen; het was de huishoudster van den ouden elfenkoning; zij was een verre bloedverwante van de familie en droeg een hart van barnsteen voor het voorhoofd.

Haar beenen bewogen zich zoo vlug: trip, trip! Sakkerloot! Wat kon zij trippelen! Zij ging regelrecht naar het moeras naar den nachtuil toe. «Ge wordt op den elfenheuvel uitgenoodigd, en wel tegen van avondzeide zij, «maar wilt ge ons eerst niet een dienst bewijzen en het doen van uitnoodigingen op u nemen? Gij moet ook iets doen, daar gij zelf geen gasten ontvangt.

Midden in den elfenheuvel was de groote zaal prachtig opgesierd; de vloer was met maneschijn geschrobd en de muren waren met heksenvet afgewreven, zoodat zij als tulpebladeren in het licht fonkelden.

Eenige groote hagedissen liepen vlug in de spleten van een ouden boom rond; zij konden elkaar goed verstaan, want ze spraken de hagedissentaal. «Wat is er een rumoer en een gebrom in den ouden elfenheuvelzei een der hagedissen. «Ik heb van het leven al in twee nachten geen oog dicht kunnen doen: ik kon even goed kiespijn hebben, want dan slaap ik ook niet

«Men zou haast denkenzei de grijsaard, «dat je niet goed uitgeslapen waartEn nu gingen zij den elfenheuvel in, waar het waarlijk deftige gezelschap zich reeds verzameld had, en wel met zulk een haast, dat men zou denken, dat zij samengewaaid waren. Maar voor iedereen was het keurig en netjes ingericht.

«Is dat een heuvelvroeg de kleinste der jongelingen en wees naar den elfenheuvel. «Dat noemen wij bij ons in Noorwegen een gat.» «Wel, jongenzei de grijsaard. «Een gat gaat naar binnen, en een heuvel gaat naar boven. Heb je dan geen oogen in je hoofdHet eenige, wat hun verwondering hier wekte, zeiden zij, was, dat zij de taal konden verstaan.

«Goedzei de nachtuil en vloog weg, om de uitnoodigingen te doen. De elfen dansten reeds op den elfenheuvel, en zij dansten met sjaals, die uit nevel en maneschijn geweven waren, en dat staat heel mooi voor hen, die daarvan houden.

Zij verwachten vreemdelingen in den elfenheuvel, deftige vreemdelingen; maar wie, dat wilde de regenworm niet zeggen, of hij wist het niet. Al de dwaallichten zijn besteld, om een fakkeltocht te houden, zooals men het noemt; het zilver en goud, waarvan genoeg in den heuvel voorhanden is, wordt opgepoetst en in den maneschijn tentoongesteld