United States or Guadeloupe ? Vote for the TOP Country of the Week !


En de Geuzen zongen op de schepen: Christus, zie uwe soldaten. Zegen onze wapenen, Heer. Leve de Geus. En Nele met heur lachend gezichtje speelde op de pijp, en Lamme sloeg op de trom, en naar omhoog, naar den hemel, den tempel Gods, verhieven zich gouden kelken en lofzangen van vrijheid. En de baren, helder en frisch, suisden welluidend rondom het schip als meerminnen,

Het was een Zondag, populieren suisden Als verre zeeën boven ons, De weien droegen 't wuivend dons Van duizend duizend witbepluisde Zilveren zaden; 't blauw verschiet Week duist'rend, achter 't hooge riet.

Met vlugge schreden, den kraag omhooggetrokken en een weinig huiverend, liep Alfons langs het smalle kronkelpaadje naar den breeden, mullen zandweg. De zware popels om zijn huisje suisden hem nog even droomerig na, en dadelijk daarop was hij in 't volle veld, tusschen de rechts en links golvende, rijpende korenvelden.

Ofschoon het gebeurde van den avond wel geschikt was geweest, om mijn ziel te ontstemmen, en mij, in het begin, de beeltenis van de verbolgen zee en het geteisterde vaartuig en daartusschen dat van de beminnelijke Henriëtte gedurig voor de oogen speelden, en hare liefdevolle woorden mij tusschen het geruisch der golven en het gegier der winden in de ooren suisden, zoo zegevierde toch eindelijk de vermoeidheid over deze kinderen van het brein en viel ik in een diepen slaap, waaruit ik niet eerder ontwaakte, dat toen de bediende mij kwam waarschuwen, dat het rijtuig van Heizicht teruggekomen en weder met versche paarden bespannen was.

De jagers en honden volgden hunnen prooi evenwel op den voet en in ijlende vaart ging het nu er op los, over omgevallen boomstammen, door struik en bosch, over bevroren plassen en besneeuwde velden, achter het wild aan. Tegelijkertijd suisden de pijlen door de lucht, die nu en dan doel troffen, doch welke niet meer deden dan slechts de buitenste huidlaag van het dier doorboren.

Verder ben ik gegaan. Ik liep alleen met de drie witte bloemen. De koppen schudden in domlende rust. De hand werd moe van het dragen. De stengels gloeiden tezaam tegen de huid. Buiten de stad, waar de boomen suisden, waar de wind zachtjes waaide, bewogen sterker de narcissen. Het licht van de maan belichtte het goud. De blaadjes waren roerloos. Ze konden zoo witte rozen zijn, witte geluksbloemen.

Wat was de gang somber en bedompt met al die natte jassen en parapluies en overschoenen, en hoe druilig zag de boekenzaal er uit door het glimmerige glas. Zacht suisden de deuren dicht en weer open; de menschen liepen voorzichtig en bedaard, praatten met fluisterende stemmen en matte lachjes.

Dat was het laatste, wat hij hoorde, al het levende om hem zweeg, alleen de helmen suisden in den zachten avondwind. 'Ben ik een mensch? dacht Johannes. 'Neen, dat kan niet, dat kan niet. Ik wil geen mensch zijn. Ik haat de menschen. Hij was moede en dof van geest. Hij ging liggen aan den rand van 't veldje, op het weeke, grijze mos, dat een vochtigen, sterken geur verspreidde.

»Zij is zeer snel," zeide hij, »ik betwijfel het of wij haar wel zullen kunnen inhalen." »Wij =moeten= haar inhalen!" riep Holmes tandenknarsend. »Werp de ovens vol, stokers! Laat haar doen =al= wat zij kan! Al moet de boot verbranden, wij =moeten= hen hebben!" Wij waren een heel eind achter. De ovens snorden, en cylinders suisden en klopten als een reusachtig metalen hart.

Romantische voornemens zwierden door zijne koortsachtige verbeelding heen, zonderlinge stemmen gonsden aan zijne ooren, die suisden als schelpen der zee ... En hij zag zichzelven met Eve, zittende in eene cab: zij reden door de somberste en smerigste van Londens achterbuurten; havelooze gestalten rezen rondom hen op, Eve naderend, en hijzelf lachte, nu hij haar zag meêgesleurd worden door mannen met dierlijke gezichten, en hij zag haar terugkeeren, snikkende met flarden van kleêren en onteerd.... Een zware hoofdpijn begon te hameren in zijne hersens en hij kreunde, in eene moeilijke poging om de woeste overdrijvingen zijner fantazie te breidelen; hij stond op, over zijne oogen wrijvend als om het gezicht van dat melodrama te verdrijven en hij bette zijn gloeiend hoofd in een druipend natten handdoek.