United States or Sweden ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij wendde zijn gezicht af van den plas, en strekte zich voorover in het hangen van den heuvel uit, met de armen onder het hoofd. Weldra geraakte hij in slaap, en het akelig schouwspel speelde hem op nieuw voor den geest; maar de gansche zee werd rood als bloed, en vlammetjes en vonken dansten er op rond, en zwierden er overheen in kringen. Op eens, daar dreunden twee schoten. Hij ontwaakte.

En het ging.... wij zweefden zacht en zwierden en een heerlijke viooltjes-lucht dreef als een wierook met ons mee. Haar wangen bloosden, haar mond glimlachte en haar oogen schitterden: zij genoot, zij was tevreden en gelukkig.... gelukkig door mij! Ik weet niet meer hoe lang we zoo gereden hebben. De tijd hield geen rekening meer.

Vermaakte nachtmutsen van wonderlijk fatsoen, of papieren steken als de mutsen van boetelingen met kleuren bevlamd, zwierden op hun hoofden, hingen over de tronies, schuin op de losse haren. Zóo hadden zij den geheelen nacht gedanst en genoten en gezwermd, de straten vullend met het plezier van hun vrijheid, en in de tuchteloosheid der feestwoede hadden ze zich vertoond tot in de rijke wijken.

Allengs ging het gegons over in een donderend geloei, den aether scheurend, de geluiden rondom hem overstemmend; hij riep, voorwaarts gierend, steeds harder «Eleleuen «Alala!», toornig omdat de kreten der Hellenen, straks zoo indrukwekkend, hem thans zoo gedempt in de ooren klonken. De pijlen zwierden over en langs zijn hoofd; twee-, driemaal zag hij een nevenman storten.

Om den bronzigen kop zwierden de zwarte haren, vallend op het voorhoofd en over de oogen met vlossige slierten, naar beneden op de schouders als de rafelige uiteinden van een dikke vacht. «Hoe oud zijt ge?" vroeg de schilder, terwijl hij een koperstukje uit den zak haalde. «Twaalf jaar, heertje!" antwoordde de deerne.

Haar hoed was achterovergeschoven en hare lange, golvende lokken zwierden om haar vreemd en treurig gelaat. "Het baat niet, arme man!" barstte zij eindelijk uit, "het baat tot niets, wat gij hebt willen doen. Gij zijt braaf en dapper geweest gij hadt het recht op uwe zijde, maar het is alles nutteloos; gij kunt er niet tegen worstelen.

Eva zat in de kussens, rustende op de sofa; hare overgeblevene lokken zwierden los om haar gezichtje; hare gloeiende wangen vormden een pijnlijk contrast met de bleeke blankheid harer kleur en de magerheid harer trekken en leden; en hare groote, zielvolle oogen zagen iedereen ernstig aan. Eene plotselinge ontroering beving al de bedienden.

Er waren er nog wel verscheidene in aanbouw, maar gereed was er nog maar een, en dat was de hare. Wat hadden de twee jongens er een pret in. Vroolijk zwierden zij op de baan heen en weer, want zij konden goed rijden, vooral Jan. Die kon al zwieren als de beste. Dat had hij van zijn vader geleerd die ook een groot liefhebber van het ijsvermaak was.

Maar de jonge paren polkeerden op, aldoor draaiende om zich zelven als tollen die gelijkertijd opgezet zijn, als gezweept door de muziek en uiteen dwarrelend dan door de heele zaal. In grillige springpas, cholerisch-ongracelijk, hupten en zwierden ze elkander voorbij, een verbijstrend gewirwar van al maar verandrende kleurencontrasten.

Onder 't dansen zwierden de rokken van Lowis, fel-afteekenend de ronding van heur zwangeren schoot. Geertens hart werd warm ... 't Was nog beter zoo ... hij was te oud voor zoo'n flinke deern als de rosse ... toch speet het hem, niet meer te zullen genieten de zoete innigheid van haar weelderig lichaam ... Met een stevigen borrel jenever was de emotie ras doorgespoeld ...