United States or Brazil ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eve ... Met elkaâr. Je zegt immers, dat je in je alles mist om gelukkig te worden en dat je toch het geluk uit jezelven moet putten. Nu, zoo is het ook met mij. En toch houden we zooveel van elkaâr, nietwaar? O ja ... Nu, waarom zouden we dan blijven waken, in dit akelige leven. Het regent altijd door. Geef me een zoen, Frank, een nachtzoen, en laten we gaan slapen, terwijl het regent.

En er kwam dan een oogenblik, dat zij elkaâr zelfs niet meer zoo konden vasthouden, het niet meer durfden. De schim van Bertie, met zijn violet, bloedend wanhoopsmasker, gleed tusschen hen in; zij lieten elkaâr los, en zij dachten beiden aan den doode. Het werd Eve of zij medeplichtig was aan den moord.

Zij liet zich door hem meêsleepen naar de bank, zonder weêrstand; trots hare hallucinatie, gelukkig in zijne omhelzing, en zij bleef daar zitten tegen hem aan, in zijn arm, zich dringend tegen zijne borst. Eve, toe Eve! smeekte hij. Wat heb je? Het dreunt nu weg, fluisterde zij, bijna onhoorbaar.

In zijne hersens was alleen dit: nu komt het, vandaag komt het ... Verder was zijn leven éene groote leêgte, en toch, geheel en al te vullen door een brief. Zoo was het iederen dag het zelfde. Ik heb nog geen antwoord van Eve, sprak hij dan deêmoedig tot Bertie, als voelde hij zich vernederd, beschaamd om haar stilzwijgen, bespot door zijne teleurgestelde hoop.

Het is bijna Italië! sprak Eve opgetogen. En dit is nu toch Noorwegen! Ik stelde me Noorwegen altijd geheel en al voor, als het Romsdal is, woest met ruwe gebergten als den Romsdalhorn en den Trolltinder en met woedende watervallen als de Sletta-fos, en dit is zoo allerliefst, zoo zacht met al dat blauw!

Maar de deur ging plotseling open en Sir Archibald verscheen met Eve, hangende aan zijn arm; Sir Archibald vloekte met groote woorden en breede gebaren tegen Frank, die het hoofd boog; en Eve wierp zich tusschen hen in, op de knieën, met smartelijke woorden en smeekend opgeheven handen.

Laat me in je armen slapen ... Eve, wat meen je?! vroeg hij hol, want hij begreep haar niet. Het fleschje heb ik gebroken, gebroken voor jou! ging zij vreemd voort. Maar je zoû immers een ander zien te koopen? Een ijskoude drong hem, als bevriezend, door zijn merg. God, Eve, wat wil je? vroeg hij sidderend. Maar zij lachte hem rustig tegen, zeer kalm, met zacht stralende, stille oogen.

Maar dan komt het weêr terug ... Heusch, Eve, praat niet zulke gekkepraat. Wat is dat nu eigenlijk, dat je vertelt, wat beteekent dat nu allemaal. Het komt en het gaat voor een poosje weg, en het komt en het gaat weêr ... Zij schudde zacht het hoofd, op den grond gezeten, voor den haard, aan zijne voeten. Neen, neen, sprak ze halsstarrig. U begrijpt dat niet.

Daar was hij het diepst gezonken, ondergegaan in het schuim van spartelende gelukzoekers ... O, ware hij niet in Amerika verongelukt, hij zoû niet, in de grootste ellende te Londen gestrand, Franks hulp hebben ingeroepen. En Frank ... Frank ware zonder zijn drijven niet naar Noorwegen gereisd, had zonder hem dus Eve niet ontmoet.

En je hebt medelijden met me! Mijn God, waarom, wat is er dan, wat dreigt me dan ...?? Zij had Franks naam op de lippen, zonder dien te durven uiten en hij voelde dat. Niets, waarlijk niets, lieve Eve, ik verzeker het je, er is niets. Ik heb soms van die dwaze gedachten: het zijn hersenschimmen. Kijk, die vaas is omgevallen ... Maar wat dacht je dan, welke hersenschim ...?