United States or Croatia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar op 't zelfde oogenblik parelde het koude zweet op zijn voorhoofd. 't Was toch al te afschuwelijk! Dat hij nu een verworpeling zou worden ter wille van den brandewijn! Een afgezette predikant was er wel iets ellendigers op aarde! Hij zou een van de bedelaars zijn aan den grooten weg, dronken aan den slootkant liggen, in lompen gekleed gaan, met vagebonden omgaan. 't Gebed was ten einde.

Wij begonnen nu geduldig te wachten, tot er tijd genoeg verloopen zou zijn om met eenige kans op succes den tocht voor de tweede maal te ondernemen. Eindelijk ging Bob. Weer klonk in den tuin zijn signaal, weer sprong hij over de sloot en sloop hij langs den slootkant verder, weer had hij den tuin van den dokter bereikt. Hij keek even op naar mij, als om te vragen, of alles veilig was.

Ik ga over het slootje achter onzen tuin, kruip langs den slootkant het land over, spring over de sloot van den dokter, kruip langs de besseboomen daar ginds naar het keukenraam en pak ze dan vlug weg. Kijk, het bovenraam staat open. Ik wed, dat Mina boven aan het werk is, want het is Zaterdag en dan hebben de meiden het altoos druk. Juist, ik doe het

Wat Paul ook dee, achteruut goengen ze nou; en terwijl Anneke schreeuwde en tegen hum oandrong, kwam de zwaar geladen wagen al nader en nader aan den slootkant, en juist wilde Paul er afspringen om het span in den toom te vatten, toen beiden een schok voelden, en de achterkant van den wagen God zij dank! tegen een dikken wilg was terechtgekomen.

Hij wiesch zich het hoofd aan den slootkant. Hij was welvergenoegd. Hij sprak van mijn zuster Trijn, en vertelde van het thuisbrengen in het rijtuig. Mijn kameraad Kreel vertelt mij bijna altijd bijna alles. Ik vroeg Trijn, toen ik thuiskwam, of zij Kreel mocht.

Mijn nieuw pak werkte al niet meer, toen we nog maar even buiten de poort waren, en het sprong net zoo gemoedelijk mee over de balken in de sloot als mijn oude plunje. Het schikte zich wonderwel in de manieren en plezieren van zijn eigenaar. Zelfs klom het al mee in een boom. Er stond ergens aan den slootkant een knotwilg, die half over het water hing.

Voorts overal, op korter of wijder afstand, torenspitsen van dorpen, meestal oprijzende boven een groep geboomte; hier en daar eene boerderij; in de weilanden droomerige koeien, suffende aan den slootkant: een het valt niet tegen te spreken in hooge mate eentonig en vervelend landschap.

De bok was echter op een hem onbekend terrein, en daar hij te kwaad was om goed uit zijn oogen te kijken, sprong hij opeens pardoes in de sloot. Dat gaf een plons van belang, en voor een oogenblik waren èn bok èn berijder onder 't water verdwenen. Toen lachte Dik niet meer. Integendeel, een hevige schrik maakte zich van hem meester, en hij ijlde naar den slootkant. Maar daar zag hij niets.