United States or Vietnam ? Vote for the TOP Country of the Week !


"D'r zijn euk storsen aan de veisters die ge keunt loate zijnken," zei Rozeke. En zij liet een der grijze rolgordijnen neer. Toen ging ze naar het bed en trok het omhangsel heelemaal dicht, als iets dat zij afsloot. Jonkvrouw Anna was reeds in de woonkamer terug.... Groot was Rozeke's kwelling al die dagen en vooral dien woensdag steeg haar angst ten top.

Zij groette in stilte en schoof gebogen en bescheiden langs ons heen de kamer uit. 'k Zal dadelijk licht aansteken en u alleen laten, zei de eerste, zich om de lamp beijverend. Geen haast, juffrouw, geen haast, antwoordden meneer Cathoen en Fietriene eenstemmig. Het licht ging op; er kwam iets als leven in de doode omgeving. De juffrouw spoedde zich naar de rolgordijnen en liet die neer.

Vooraleer de vensters te sluiten en de rolgordijnen neer te laten keken zij dan soms in de richting der stad, waar een lichtschijn tegen den hemelkoepel, opsteeg. Dan beseften zij pas goed hun geluk. De honden blaften in de verte, en 't was eenzaam en vredig alom. In het dorp brandde nog licht, maar het was er stil, doodstil. Slechts de wind suizelde, en op de kerk sloeg de klok.

Zij liepen slenterend rond of troepten samen, quasi-gewichtig doende, alsof zij heel ernstige dingen te bedisselen hadden; maar voortdurend weken hun oogen schuins om, naar de gesloten ramen van de "beste kamer", en 't was als een verlichting toen de grijze rolgordijnen, eindelijk opgehaald en de vensters wijd opengeduwd werden. Zij stak haar frisch en vroolijkblozend blonde kopje uit, zij riep!

Met saamgeknepen vuist, bonkerde hij harder en harder op het nauw-toegevende paneel. Dan ging hij midden den steenweg staan, strak-starend naar de bovenramen. Niets bewoog ... Hij merkte, laag, tusschen de franjes der rolgordijnen het zachte wijfelschijnen van het vet-pitje, dat steeds brandde op de nachttafel naast hun bed ... Zoo duidelijk zag hij alles vóor zich.

Daar hij juist een streep daglicht door de rolgordijnen zag schemeren, wipte hij vlug zijn beenen van de sofa, tastte daarmede naar de geborduurde pantoffels, een geschenk van zijn vrouw op zijn laatsten verjaardag, en strekte toen, zooals hij negen jaar gewoon was, zonder zich op te richten, de hand naar de plaats uit, waar in het slaapvertrek zijn chambercloak placht te hangen.

De deur viel weer dicht en nu zat hij als een gevangene en wachtte in groote stilte af, wat er gebeuren ging. De bloemkrullen op het behangpapier waren bleek vergaan en de bollefrinjen aan de rolgordijnen hingen in effene reek boven 't kruisraam zonder dat er eentje roerde. Verlinde zat op eenen stoel en luisterde naar het bromronken van twee stemmen in het aanpalend vertrek.

Een paar wit en blauw gestreepte rolgordijnen zijn tot op eenige centimeters van de vensterbank neergelaten en beletten zooveel mogelijk het inkijken in Waltens kamer, die tamelijk duister zou zijn, wanneer niet, door de openstaande deur van ’t kleine keukentje het volle daglicht binnenviel.

Een huivering door-kilde hem nog als hij daar aan dacht..., hoe toen de geluiden klonken in huis, het dicht-doen van deuren, en hij herinnerde zich den toon van licht in de kamer, toen de gelige rolgordijnen waren neergelaten en neerbleven de volgende dagen, die vreemd-stille, onwezenlijke dagen als lange droomen toen zijn moeder ook weg was, in angstige haast vertrokken.... Hij was natuurlijk niet naar school gegaan, maar had aldoor in de voorkamer gezeten, met zijn broertje.

Daarbinnen, in de woonkamer, waar de gasten met de huisgenoten aan de dis zaten, beletten de neergelaten rolgordijnen de indringende blikken, maar onrustbarend luid weergalmde af en toe 't geschater en 't gejouw, het schoppen op de muur en 't tikken op de ruiten. Massijn, nu zijn schrik wat over was, raakte weer opgewonden van verontwaardiging en toorn.