United States or Costa Rica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar je kent haar toch heel goed! Zij logeert ook een poosje bij mij. Kom, ga maar gauw mee." "O ja, nu zie ik het; het is Loulou van Rensen," zei Elsje, nu juist niet op verheugden toon. "Dag Elsje, welkom hier," zei Loulou vriendelijk, zoodra ze haar zag. "Vindt je het niet verbazend prettig om voor goed van kostschool af te zijn? Wat zie je er goed uit, zeker ook van blijdschap, he?"

"Ik neem hier nu maar afscheid van u," begon mevrouw van Rensen weer, terwijl zij staan bleef en hare gezellin moeite deed kalm te blijven. Hoe kon Elsje nu toch ook zoo ongemanierd zijn! "Dag lieve mevrouw, zal ik Cilly maar hartelijk van u groeten? Loulou is steeds in één adoratie voor haar."

Elsje was hierin werkelijk beter geslaagd dan hare tante had durven hopen, maar nu zij mevrouw van Rensen tot toehoorster had en de andere meisjes met strakke gezichten naar haar stonden te kijken, overviel haar een gevoel van verlegenheid, dat zij niet bij machte was te overwinnen en speelde zij stijf en gedwongen. Zij was blij, toen haar taak verricht was en de anderen aan de beurt kwamen.

Mevrouw van Rensen, dezelfde dame, die mevrouw d'Ablong bij het station had aangesproken, was ook binnen. Zij zou naar de voorstelling kijken en hare op- en aanmerkingen ten beste geven.

"Ziezoo, nu heb ik je portret al in mijn hoofd," zei ze, terwijl Elsje haar dolgraag nog een kus zou hebben gegeven, als ze maar gedurfd had. Toen ze zich dien avond te slapen legde, voelde ze zich gelukkiger dan ze nog gedaan had, sedert ze bij hare tante logeerde. Over hetgeen bij Louise van Rensen voorgevallen was, had Cécile thuis niets gezegd. Hoofdstuk VIII. De Feestavond.

Niemand zei iets van haar spel, terwijl mevrouw van Rensen uitbundig was in haar lof omtrent het acteeren der anderen en vooral Cécile prees, die een jong getrouwd vrouwtje voor moest stellen en bedrijvig met haar sleutelmandje heen en weer dribbelde. "Snoesig, vindt u niet?" fluisterde Loulou haar moeder in, terwijl Cécile aan het spelen was.

Ik heb wel wat anders te doen dan hier den heelen morgen naar jou te staan luisteren." Op dit oogenblik, terwijl Elsje en Evert met de grootste aandacht het gesprek volgden, kwam mevrouw d'Ablong, in gezelschap van mevrouw van Rensen, de gracht langs. De laatste zag Elsje het eerst.

"Heb ik hem niet ontmoet op dat bal bij mevrouw van Rensen van den winter?" "Ja, hij ziet er heel knap uit, lang en blond. Hij studeert nog, maar hij is heel gauw klaar. Wij hadden zoo graag ons engagement eerder publiek gemaakt, maar zijn vader is een maand of vijf geleden gestorven en nu wilde zijn moeder liever dat wij tot het najaar wachtten.

Zij had geen tijd te onderzoeken wat dit was, want plotseling klonk de muziek van een reinen, vroolijken kinderlach door het vertrek, het gordijn werd met een ruk terzijde geschoven en ... kleine Liesje van Rensen stond voor haar. "D

Pas op dat dat nooit weer gebeurt. Ik wil het eenvoudig niet meer hebben. Ik wist niet waar ik me bergen zou van schaamte, toen mevrouw van Rensen en ik je daar bij die rare vischkar zagen staan. Denk er aan dat je me gehoorzaamt, anders zal ik andere maatregelen moeten nemen en veel strenger voor je zijn. Je weet dus nu precies, waar je je aan te houden hebt?" "Ja, tante, ja." Hoofdstuk XII.