United States or Tanzania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen ze weer bijkwam, was het haar eerste werk, de mand te openen. Gelukkig, Loulou was ongedeerd! Zij voelde een brandende pijn aan de rechterwang; toen ze met de handen er langs streek, werden die rood. Er liep bloed uit.

"Hoe gaat het u toch, mevrouw d'Ablong?" zei ze, "Loulou heeft al zóó dikwijls verlangd, Cilly eens weer te spreken en eens bij zich te zien. Zij houdt zoo dolveel van Cilly! Hoe maakt ze het? Ziet zij er nog altijd even beelderig lief uit? Ik vond haar om te stelen verleden winter op die partij van mijnheer van Heusde.

Hij stond dicht bij de voordeur, en menigeen was verwonderd dat hij niet luisterde naar den naam Jacquot, daar alle papegaaien toch Jacquot heeten. Men zei, dat hij een gans was, een domkop; het waren evenveel dolksteken door Félicité's hart! En die vreemde stijfhoofdigheid van Loulou, nooit te willen praten, als iemand naar hem keek!

Loulou had van den slagersknecht een knip voor den neus gekregen, omdat hij zich veroorloofd had den kop in diens korf te steken; sedert trachtte hij altijd hem te pikken door zijn hemdsmouwen heen. Fabu dreigde hem den hals om te draaien, en toch was hij, ondanks zijn getatoueerde armen en zijn groote bakkebaarden, niet wreed van aard.

Die heeft wat naar je verlangd, kind; Cilly zou haast jaloersch geworden zijn." "Ik kom Elsje een brief brengen, zeker van Miss Piper," zei de oude dame, die de kamer binnenkwam, gevolgd door Cécile en Louise. "Cilly heeft geen reden om jaloersch te wezen. Is het wel, madame la baronne?" fluisterde Loulou lachend. "Sst! Stil toch!" fluisterde Cécile terug.

Zòò schreide ze, dat mevrouw zei: "Kom, kom! laat hem dan opzetten!" Ze ging raad vragen aan den apotheker, die altijd goed was geweest voor Loulou. Hij schreef naar Havre. Een zekere Fellacher nam het werk op zich. Per diligence raakten de pakgoederen soms kwijt, en daarom besloot ze haar armen Loulou zelf tot Honfleur weg te brengen. De appelboomen stonden bladerloos langs den weg.

In de kerk schouwde ze altijd naar de duif, die den Heiligen Geest voorstelde, en vond dat ze wat geleek op haar papegaai. Die gelijkenis scheen haar nog treffender op een plaat van Epinal, den doop Onzes Heeren weergevend. Die duif met haar purperen vleugels en haar romp van smaragd, ze leek wezenlijk het portret van Loulou.

"Ik neem hier nu maar afscheid van u," begon mevrouw van Rensen weer, terwijl zij staan bleef en hare gezellin moeite deed kalm te blijven. Hoe kon Elsje nu toch ook zoo ongemanierd zijn! "Dag lieve mevrouw, zal ik Cilly maar hartelijk van u groeten? Loulou is steeds in één adoratie voor haar."

"Hoor eens Elsje," zei ze op zekeren dag, toen deze vroolijk geworden door een bezoek van kleine Liesje, die haar in geen enkel opzicht anders scheen te wenschen dan zij was en volgens hare zuster Loulou, "een allerdwaaste vereering voor Elsje had opgevat" "hoor eens Elsje, ik moet nu toch eens even ernstig met je spreken.

De neger had die uitlating aan zijn meesteres oververteld, en daar ze den papegaai niet kon meenemen, ontdeed ze er zich op deze wijze van. Hij heette Loulou. Zijn romp was groen, de punt van zijn vleugels roset, zijn kop blauw en zijn borst goudkleurig.