United States or Belarus ? Vote for the TOP Country of the Week !


"En dan moet u straks eens opletten, hoe doddig zij er uitziet met dat kapotje!" "Ja. Het is jammer dat gij niet allemaal al in uw kostuum kunt spelen van avond. Cilly is bijna klaar met haar kleeding, dunkt me." "O, maar wij ook. Op de groote repetitie bij Cilly aan huis, kleeden wij ons natuurlijk allemaal geheel zooals 't moet."

Ik ben heusch heel wel, alleen maar een beetje zenuwachtig." "Maar Cilly, dat ben je anders nooit, wat is er dan toch? Je hebt toch niets dat je hindert?" Cécile zweeg even, toen zei ze: "Het is heusch niets, mama. Het zal wel weer overgaan, wezenlijk." "Maar dan gaan we dadelijk naar zee, morgen of overmorgen. Waarom heb je het mij toch niet eerder gezegd, snoesje?

Cilly is nogal wat ouder dan jij en zooveel meer ontwikkeld en buitendien is er nog heel veel dat je leeren moet en dat je ook gemakkelijker leeren zult, als je onder meisjes bent, dan wanneer je privaatlessen krijgt. Grootmama en ik gelooven ook dat je dan gelukkiger zult zijn en je later wat meer bij ons zult thuis voelen.

En voordat Elsje weg kon loopen, had zij de deur gesloten en den sleutel van buiten in het slot omgedraaid. Elsje hoorde Louise nog zeggen: "Och Cilly, dat vind ik nu al te erg! Laat er haar toch weer uit! Wat zal zij beginnen, als hij straks thuis komt?" En Cécile's antwoord: "Wel neen, ze zit daar best!" Daarop verwijderden de beide meisjes zich. Wat moest de arme Elsje nu doen?

Toen opeens driftig: "Maar mama, waarom heeft ze uw parels aan?" "Het stond anders zoo kaal; die kant valt zoo erg naar beneden, hier van voren." "Nu, u moet het weten, maar ik vind dat parels al allerminst bij Lizzie passen." "Kom Cilly, nu niet zulke onaardige dingen zeggen," zei hare moeder op vergoelijkenden toon. "Nu maar naar beneden meisjes, ik ben trotsch op jullie alle twee."

Hoeveel dagen zou dat nog moeten duren?" Maar ze hield zich goed en dien middag aan tafel deed ze zoo haar best zich naar de regelen der etiquette te gedragen, dat hare tante haar goedkeurend toeknikte en zachtjes zei: "Ziezoo Elsje, je begint al aardig aan te leeren. Let vooral altijd goed op Cilly."

Als 't je blieft, Lizzie, dit is voor jou." "Toe Cilly, niet boos zijn!" zei Cato, "dat kan ik heusch niet dragen. Wat vind ik dat toch een allersnoeperigst portret van je, dat geschilderde! En wat hadt je toen toch een allerliefst gezichtje! Jammer dat je zoo erg veranderd bent na dien tijd." "Cato, wees toch niet zoo laf," zei Cécile, toch nogal gevleid door het bedekte compliment.

"O Cilly, hoe aardig! Maar wat heb je dat prachtig geheim gehouden! En wie is de gelukkige?" vroegen Frits en Elsje te gelijk. "Mijn aanstaande man is van adel en heeft een buitenplaats even buiten Utrecht," zei Cécile fier. "Hij heet Victor, Jonkheer Victor van den Berkenhorst. Je kent hem wel een beetje, Frits." "Jawel," zei Frits peinzend.

Op haar schoot lag een handwerk van fijne, zachtrose wol en een grove haaknaald van wit been bewoog zich ijverig heen en weer in hare kleine, welgevormde handen. Zij keek terstond op, toen de meisjes binnenkwamen en liet zich met een lachend gezicht door Cécile op beide wangen kussen. "Zoo Cilly, ben je daar eindelijk?" zei ze met een welluidende stem.

"Kindlief," zei mevrouw d'Ablong, Cécile naar zich toetrekkend, "zóó erg is het niet. Elsje meent het veel beter dan ze nu toont, daarvan ben ik overtuigd. Maak je daarover nu maar niet bezwaard, lieveling. Je ziet heusch wat bleek, snoesje, je moet bepaald van den zomer weer eens naar zee. Wat is er toch, Cilly, je voelt je toch immers heel wel?"