United States or South Georgia and the South Sandwich Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sedert de gevangenis uwer zuster treurt en kwijnt gij, zonder dat ooit een glimlach over uw gelaat rijze. Het is loffelijk dat gij het lot uwer zuster niet gevoelloos aanziet; maar in Gods naam, stijg uit uw duistere wanhoop!" "Glimlachen zegt gij, vader? Glimlachen, terwijl onze arme Philippa in een kerker zit? Neen, dit kan ik niet.

Het huwelijk van Eduard III en Philippa van Henegouwen werd hier gesloten. Eduard IV werd er gekroond na den slag bij Hexham, en het leger der koningsgezinden vluchtte binnen de wallen van York, nadat de rondkoppen van Cromwell hen bij Marstonmoor zoo deerlijk geslagen hadden. Karel I werd in een klein vertrek van de Guild Hall van York voor 200.000 pond sterling aan de Schotten overgeleverd.

Nadat Gwyde lang en met onzekere blikken zijn zoon had aangestaard, liet hij eensklaps de hand van onder zijn hoofd gaan en vroeg: "Willem, mijn zoon, maar wat vraagt gij altijd zo vurig van God?" "Ik bid voor mijn arme zuster Philippa," was des jongelings antwoord.

Eerst had hij van de Graaf Gwyde onmogelijke dingen geëist, om hem tot ongehoorzaamheid te dwingen; dan had hij zijn dochter Philippa in hechtenis gehouden en eindelijk het land van Vlaanderen door het geweld der wapenen ingenomen en verbeurd.

Zij legde haar hoofd op zijn knie en riep pijnlijk: "Is mijn lieve moei dood? O God wat droefheid! Is zij dood? Zal ik ze nimmer wederzien? Och vader! Ondersteun mij ik bezwijk....." De Graaf hief ze tederlijk van de grond en sprak met goedheid: "Bedaar, mijn lieve Machteld ween niet; Philippa is niet dood." "Niet dood?" vroeg het meisje met verwondering.

"Het is dan waar," zuchtte hij, "Philippa is dood! Maar o God, wees mij getuige; en gij, o zalige ziel mijner arme zuster, hoor mij! Ik zweer dat voor elke dag die gij in de kerker hebt doorgebracht een Fransman in zijn bloed zal sterven." "Laat de smart u zo niet vervoeren, mijn schone neef," sprak Willem van Gulik. "Gij zweert te lichtelijk bij de Heer, uw God.

Oordeelt bij hetgeen gij gehoord en gezien hebt, of Robrecht de Graaflijke kroon niet verdient. O Vlaanderen, zo zijn uw mannen! Ja Robrecht, gij hebt gelijk. Een Graaf van Vlaanderen mag zijn hoofd voor geen vreemdling bukken. Maar ik ben oud ik ben vader der gevangene Philippa en van u, mijn dappere zoon; ik zal mijn knie voor Philippe le Bel buigen zo beveelt het God! Gij zult met mij gaan.

Wat mij aangaat, mits ik zie dat men mij zo klein acht, dat een zaak, die mij zo zeer belangt, zonder mijn toedoen is besloten, zal ik mij in mijn Koninkrijk van Navarra vertrekken en Philippa zal mij volgen !" Dit laatste gezegde werkte krachtdadiglijk op het gemoed des Konings. Navarra was het beste deel van Frankrijk en Philippe le Bel zou er zich niet gaarne van beroofd gezien hebben.

Robrecht van Bethune viel De Valois in zijn rede, en riep met ongeduld: "Wat zegt gij edelmoedig als de beste ridder! Breekt een ridder ooit zijn gegeven woord zijn trouw? Wanneer wij met onze armzalige Philippa zonder argwaan te Corbeil kwamen, heeft uw Koning de gastvrijheid geschonden en ons allen gekerkerd . Betaamde deze verraderlijke daad een rechtzinnige ridder zeg?"

Heeft hij mijn dochter Philippa niet onmenselijk van mij gerukt en in een kerker gezet? En wat wilt gij dan, dat hij het gebouw, hetwelk hij ten koste van zoveel bloeds omvergeworpen heeft, weder opbouwe? Voorwaar gij bedriegt u; Philippe le Bel, uw broeder en Koning, zal mij het land, dat hij mij ontnomen heeft, nooit wedergeven.